Ammoniak (een stikstofverbinding) kan een verwoestende invloed hebben op de natuur. Maar hoeveel ammoniak vanuit de veehouderij nu precies op onze natuurgebieden terecht komt, is een mysterie. Overheid en wetenschap veronderstellen op basis van berekeningen dat dit veel is en hebben daarop het beleid gebaseerd. Maar als je kijkt naar de werkelijke metingen, dan is dat minder. V-focus onderzocht de verschillen tussen de berekende en gemeten uitkomsten.
Meetuitkomsten nagenoeg genegeerd
Het valt de redactie op dat de ammoniakmetingen zijn versnipperd over zo’n 200 verschillende documenten. Het kost enkele dagen om de metingen op een rij te krijgen. Verder valt op dat onderzoeksinstituut RIVM wel veel meet, maar weinig met de meetresultaten doet. Dit is vreemd aangezien de metingen als zeer betrouwbaar worden beschouwd, terwijl de berekeningen een relatief grote foutmarge kennen van wel 70 procent.
In Nederland zijn echter alleen de berekeningen rechtsgeldig. Daarom wordt uitgerekend of een natuurgebied schade ondervindt van omringende veehouderijen: met rekenmodel Aagro-Stacks of Aerius wordt berekend hoeveel stikstofdepositie (ammoniakemissie) een veehouderij veroorzaakt op natuurgebieden.
Emissiearme maatregelen: tot nu toe geen meetbaar effect
Volgens de berekeningen is het ammoniakbeleid zeer succesvol: de ammoniakuitstoot is sinds 1990 met 66 procent verminderd. Wanneer we echter de ammoniakmetingen op een rij zetten, dan leidt dat tot andere conclusies: het effect van emissiearme stallen, het afdekken van mestsilo’s en de emissiearme aanwending van mest hebben tot nu toe geen meetbaar effect gehad op de luchtkwaliteit. Alleen in 1998 was er sprake van een flinke verbetering van de luchtkwaliteit. Dit was het jaar waarin mestboekhouding Minas verplicht werd. Vanaf toen werd er eiwitarmer gevoerd en minder kunstmest aangewend.
N-depositie op natuur in werkelijkheid stuk lager
Een tweede conclusie op basis van de meetresultaten is dat de stikstofdepositie die veehouderijen op natuurgebieden veroorzaken, een stuk lager is dan momenteel wordt verondersteld. In veel natuurgebieden worden zulke lage ammoniakconcentraties gemeten, dat het onmogelijk is om zoveel stikstofdepositie te verkrijgen als de berekeningen veronderstellen. Voor natuurgebied het Dwingelderveld (Drenthe) is bijvoorbeeld uitgerekend dat er jaarlijks 20 kilo/ha stikstof vanuit de lucht neer dwarrelt op de natuur. Maar als je uitgaat van de gemeten ammoniakconcentratie van 3,6 microgram/m3 (jaarrond gemiddelde) in het gebied, dan is een dergelijke hoge depositie onmogelijk. Een depositie van 13 tot 14 kilo is wel realistisch, aldus deskundigen. Depositiemetingen bevestigen dit beeld.
Lees het hoofdartikel ‘Het Ammoniakkartel’ (deel 1) over de verschillen tussen de gemeten en berekende waarden in de V-focus van 23 mei. In deel 2 (25 juli) zullen de gevolgen voor de praktijk worden uitgediept.