Het natuurbeleid is vastgelopen, zowel voor de natuur als voor ondernemers. Overheid en wetenschap hebben geprobeerd met rekenmodellen te becijferen wat schadelijk is voor de natuur en wat gunstig. Helaas is het nauwelijks gelukt om de natuur te sturen met berekeningen. Dat heeft deels te maken met de uitkomsten van de berekeningen; de foutmarge is enorm en begint bij 70 procent (en loopt op tot enkele honderden procenten). De enigen die de uitkomsten van de berekeningen als absoluut gegeven hanteren zijn juristen, vergunningverleners, overheden en de Raad van State.
Het is niet voor niets dat er wordt gewerkt aan een beleid dat meer recht doet aan de natuur en ondernemers: de ‘PAS’. Die moet het huidige beleid vervangen. Dat had enkele jaren geleden al moeten gebeuren maar helaas kent de ‘PAS’ veel oponthoud. Wel wordt de ‘PAS’ al te pas en te onpas gebruikt als antwoord op lastige vragen: “De PAS komt eraan en die lost alle problemen op. Even geduld nog.” Dat zoethoudertje krijg ik al jaren van het ministerie, lagere overheden en belangenorganisaties. Het antwoord op de vraag wanneer de PAS komt, is afhankelijk van het seizoen. Is het winter, dan komt de PAS rond de zomer. En in de zomer komt de PAS rond de winter. Zo gaat het al jaren. En wat denkt de PAS-organisatie zelf? Ik verwachtte deze keer als antwoord ‘rond de winter’, maar werd verrast. De PAS-organisatie reageerde wanhopig en is bang dat ‘de winter’ deze keer niet haalbaar is. Voor de uitvoering van de PAS is namelijk geld nodig en dat is er niet. En misschien helemaal niet meer nu Nederland verder moet bezuinigen….. En dan valt het kabinet ook nog……
Interessant is de vraag of er inderdaad geen geld is om in de natuur te steken, of dat het natuurgeld vooral aan andere dingen wordt besteed. Van de PAS-organisatie vernam ik dat er naar schatting 300 adviesbureaus betrokken zijn bij de invulling van het PAS-beleid. Die bureaus doen dat vanzelfsprekend niet voor niets. En ik kan me voorstellen dat het met zoveel participanten even kan duren voor ‘men’ eruit is en dat er daarna niet zoveel geld meer over is om in de natuur te steken.