De aangescherpte regelgeving voor emissiearme huisvesting van varkens bezorgt veel ondernemers en bedrijfsadviseurs hoofdbrekens. Voor varkenshouders die meedoen aan de Stoppersregeling geldt op papier een lichter regime, maar in de praktijk valt dat nogal eens zwaarder uit.
Varkensbedrijven die meedoen aan de zogenaamde Stoppersregeling krijgen tot 1 januari 2020 de tijd om hun bedrijf te beëindigen. In de tussentijd moeten zij wel de emissie van het bedrijf terugbrengen, gemiddeld met zo’n 45 tot 50 procent, maar deze bedrijven hoeven niet meer te investeren in een dure luchtwasser. In plaats daarvan mag gebruik worden gemaakt van soepelere maatregelen voor het verlagen van de ammoniakemissie. Als hiermee de emissielimiet niet wordt gehaald, moet worden ingeleverd op dieraantallen. Uit berekeningen van het netwerk Combimaatregelen Varkenshouderij blijkt dat verschillende bedrijven alleen maar kunnen voldoen aan de nieuwe emissienormen, als minder dieren worden gehouden. En dat is iets, waarmee de bank niet altijd instemt; stoppen blijkt geregeld financieel niet haalbaar.
Uit de berekeningen kwam ook dat sommige maatregelen helemaal niet zo interessant zijn als ze lijken. Zo blijken balansballen in combinatie met Vevovital (voeradditief) bijvoorbeeld een veel duurder alternatief dan de luchtwasser. Aan de andere kant blijken voermaatregelen veel perspectief te bieden. “Mengvoerbedrijven zouden moeten werken aan emissiearme voeders”, stelt Wageningen UR Livestock Research. Het verlagen van de ammoniakuitstoot via het voer biedt veel mogelijkheden, zo blijkt uit diverse studies. Toch is het aantal toegelaten voermaatregelen uiterst beperkt. Groot manco is dat voor iedere voermaatregel een emissiefactor moet worden vastgesteld. En dat vraagt wetenschappelijk onderzoek, tijd en vooral veel geld (dat laatste van de voerleverancier).
Lees het volledige artikel in V-focus, februari 2013.
Of vraag de uitgave als gratis proefnummer aan.
Onderzoek en Beleid