Voor twee belangrijke dossiers van de dierlijke productschappen is nog geen nieuwe eigenaar gevonden: het betreffen de dossiers ‘diergezondheid’ en ‘kennis en innovatie’. De productschappen werken aan een versnelde afbouw van taken. Momenteel wordt geprobeerd de taken die behouden moeten blijven voor de agrarische sectoren, elders onder te brengen. Op 31 december gaat de deur definitief dicht, ondanks de tegenwerpingen van de Eerste Kamer. “De afbouw is al zo ver gevorderd, dat deze onomkeerbaar is”, stelt Thijs Cuijpers, directeur van LTO Nederland op een persconferentie.
Diergezondheid en antibiotica-aanpak
‘Diergezondheid’ is een taak die het bedrijfsleven zelf moet organiseren. De productschappen hebben hierin een centrale rol. Zo is er bijvoorbeeld het Diergezondheidsfonds, van waaruit schades door dierziektenuitbraken worden vergoed. Ook voor het antibioticabeleid trekken de schappen veel geld uit, bijvoorbeeld voor de financiering van de Diergeneesmiddelen Autoriteit. Het is nog onbekend wat hiermee gaat gebeuren, stelt Thijs Cuijpers. “Regelgeving zal waarschijnlijk naar de overheid gaan, en de uitvoering komt bij het bedrijfsleven te liggen”, verwacht hij. “Productieketens zullen dan meer zelf moeten regelen en bekostigen.”
Kennis & innovatie
Een nog zwaarder dossier betreft ‘kennis & innovatie’. De productschappen trokken samen 47 miljoen euro (2011) uit voor kennis en innovatie. Dit geld ging in hoofdzaak naar wetenschappelijke onderzoeksinstellingen. Het nieuwe topsectorenbeleid, dat de innovatiekracht van de sector moet vergroten, gaat uit van een financiering op fifty–fifty basis. De helft wordt door de overheid betaald, als het bedrijfsleven zelf de andere helft betaalt. Wat er met het topsectorenbeleid gaat gebeuren, is de moeilijkste vraag die je momenteel kunt stellen, aldus Cuijpers.
Nieuwe producentenorganisaties
LTO ziet mogelijkheden in nieuw op te richten producentenorganisaties, die taken van de schappen kunnen overnemen. Deze producentenorganisaties zouden vergaande bevoegdheden moeten krijgen, en bindende regelingen moeten kunnen afdwingen. “In dat geval kan LTO wellicht als één producentenorganisatie worden gezien”, meent haar voorzitter Albert Jan Maat. Of deze mogelijkheid er binnenkort komt, hangt af van Europa. Europa moet eerst beslissen of een dergelijke constructie wordt toegestaan.