Wat wil de veehouderij eigenlijk bereiken met de instelling van fosfaatrechten? Een antwoord op die vraag heb ik helaas nog niet kunnen vinden. Ik had het idee dat we hiermee een concreet milieudoel wilden dienen, maar ik ben er nog niet achter welk milieudoel dit dan precies is. De brief van staatssecretaris Dijksma van 2 juli, waarin ze de fosfaatrechten aankondigt, geeft ook al geen duidelijkheid. Daarin lijkt het doel te zijn ‘Europa tevreden stellen’ en ‘derogatie behoud’. Als ik de brief nog een keer goed doorlees zijn de fosfaatrechten dus in feite ingesteld om overheden te pleasen.
Concrete milieudoelen (helder gedefinieerd en meetbaar!) die met de fosfaatregels worden nagestreefd, staan niet in de stukken. Drijven we niet enorm af van de zorg voor het milieu als we regels opstellen vanwege de regels, zonder die te koppelen aan concrete milieudoelen?
Omdat de fosfaatrechten zijn ingesteld om de derogatie van de Nitraatrichtlijn zeker te stellen, ga ik ervan uit dat alle fosfaatregelgeving nodig is om de waterkwaliteit te verbeteren, in de eerste plaats voor stikstof, en daarnaast voor fosfaat. Ik houd me aanbevolen voor een beter milieudoel (wel SMART graag, daar hebben agrariërs recht op).
Pakken we nu niet verkeerde probleem aan?
Hebben we voor het verbeteren van de waterkwaliteit op stikstof (behalen doelen Nitraatrichtlijn) met onze focus op fosfaat wel het juiste stuurwiel in handen? Ik ben bang van niet. In dat geval zouden we in plaats van de fosfaat, juist de stikstof moeten exporteren naar het buitenland. Net zoals in België gebeurt, daar is mestverwerking gericht op afvoer van stikstof. In Nederland blijven we nu precies zitten met het mineraal waar we van Brussel juist vanaf moeten. Straks hebben we wel een Nederlands fosfaatprobleem opgelost, maar het Europese stikstofprobleem is gebleven.
Landbouw niet alleen verantwoordelijk
Deze week heb ik me verdiept in de landelijke waterkwaliteit, in sloten rondom boerenbedrijven, in plassen, meren en rivieren. En dan specifiek op het gebied van fosfaatverontreiniging. Uit de enorme databestanden met cijfers wil ik alvast één conclusie trekken: het zal heel moeilijk worden voor de landbouw om het landelijke fosfaatprobleem op te lossen, zolang de hoofdmoot aan fosfaat wordt aangevoerd met de grote rivieren, en ook de rioolzuiveringsinstallaties nogal wat fosfaat laten doorslippen naar het oppervlaktewater. De sloten rondom veel boerenbedrijven, zeker in de zandgebieden, zijn minder verontreinigd met fosfaat dan onze grote rivieren. Ervoor zorgen dat geen vuiler rivierwater de schonere landbouwgebieden kan instromen, zou een aanbeveling kunnen zijn.