Wel heel gemakkelijk wordt de conclusie getrokken dat de afname van het aantal weidevogels samen hangt met de intensivering van de veehouderij. Als we per provincie in kaart brengen wat het rendement is van het weidevogelbeheer – toename aantal vogels per geïnvesteerde euro – dan blijkt de provincie Noord-Brabant als meest succesvol uit de bus te komen.
Samen geven de provincies zo’n 25 miljoen euro per jaar uit aan weidevogelbeheer (Bron, Alterra WUR, 2013). Het geld is vooral bestemd voor het verbeteren van de stand van de zogenaamde ‘referentievogels’, de steltlopers: grutto, tureluur, kievit en scholekster. Hoeveel euro per steltloper beschikbaar is, verschilt per provincie. De provincie Flevoland houdt de hand het meeste op de knip en geeft slechts 30 euro uit per vogel. De provincie Zeeland trekt daarentegen flink de beurs en investeert 425 euro in iedere steltloper die de provincie rijk is. V-focus wil weten wat het rendement is op deze forse investeringen, met andere woorden: hoeveel de populatie vogels per geïnvesteerde euro is toegenomen of afgenomen. Zie tabel voor de uitkomsten van onze analyse.
Rendement op investeringen in weidevogelbeheer per provincie:
Provincie | Populatie weidevogels (steltlopers) | Investering per vogel (euro/jaar) | Rendement (% toename populatie 2002-2011) |
Overijssel | 30.012 | 147 | -1 |
Noord-Brabant | 44.200 | 70 | -2 |
Noord-Holland | 43.504 | 172 | -2 |
Friesland | 73.672 | 169 | -3 |
Gelderland | 29.039 | 230 | -3 |
Flevoland | 15.368 | 31 | -4 |
Utrecht | 19.034 | 182 | -4 |
Nederland totaal | 330.604 | 175 | -4 |
Groningen | 28.178 | 168 | -6 |
Zuid-Holland | 22.434 | 298 | -6 |
Drenthe | 11.131 | 266 | -7 |
Zeeland | 7.928 | 425 | -9 |
Limburg | 6.104 | 330 | -45 |
Brabant meest succesvol weidevogelbeheer
Het gaat slecht met de meeste weidevogelsoorten in Nederland, zo blijkt uit recente cijfers van de Nederlandse weidevogelstand door CBS en Sovon Vogelonderzoek Nederland. Het verdwijnen van weidevogels hangt samen met de schaalvergroting en intensivering in de landbouw, zo valt te lezen op de website van het CBS. Maar is dat wel zo? Wanneer we het rendement op de geïnvesteerde euro’s in weidevogelbeheer berekenen, dan blijkt de meest vee-intensieve provincie (Noord-Brabant) het beste te scoren. In deze provincie wordt relatief weinig geld gestopt in weidevogelbeheer, terwijl de vogelstand redelijk op niveau blijft. In meer vee-extensieve provincies als Zeeland en Drenthe is het tegengestelde het geval. Daar worden kapitalen uitgegeven aan weidevogelbeheer, en het rendement op deze investering blijkt ook nog zwaar negatief.
Negatieve correlatie tussen hoogte budget en vogelstand
Uit analyse van de cijfers blijkt een negatief verband tussen het geïnvesteerde budget en de weidevogelstand. Met andere woorden: hoe meer geld werd uitgetrokken voor weidevogelbeheer, hoe harder de populatie is afgenomen. Dat is curieus aangezien de projectvoorstellen en subsidieprogramma’s zonder uitzondering melding maken van een gunstig effect. Met een gemiddelde investering van 175 euro per grutto, scholekster, tureluur en kievit zou je verwachten dat provincies wel wat kritischer zouden kijken naar de ‘return of investment’ van de diverse beheersmaatregelen die hun programmamakers uitdenken. Sommige beheersmaatregelen zouden best wel eens een negatief effect kunnen hebben in plaats van een gunstig effect.