Een aanzienlijk deel van de fosfaatbelasting van oppervlaktewateren in landbouwgebieden is te wijten aan de uitspoeling uit de bodemvoorraden. Althans, dat stelt de rijksoverheid in haar 4e en 5e Nederlandse Actieprogramma Nitraatrichtlijn. V-focus is vorige maand een onderzoek gestart, dat moet uitwijzen of deze veronderstelling klopt.
Toetsing uitspoeling verzadigde gronden
Door structurele overbemesting in het verleden heeft fosfaat zich opgehoopt in de bodem en veel verzadigde gronden zouden nu fosfaat ‘lekken’ naar het oppervlaktewater, aldus de rijksoverheid in haar Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Maar hoeveel ‘lekt’ er daadwerkelijk uit deze gronden? Het idee dat de fosfaatverzadigde gronden een groot aandeel hebben in de vervuiling van de oppervlaktewateren, is voor een belangrijk deel gebaseerd op modelberekeningen. Reden voor V-focus om de berekeningen te toetsen aan de werkelijke metingen van meerdere meetnetten.
Aandeel landbouw in fosfaatvraagstuk
Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving, onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, is de landbouw verantwoordelijk voor zo’n 65 procent van de fosfaatvervuiling van de regionale oppervlaktewateren. Klopt dit percentage wel? Of krijgt de landbouw fosfaat in de schoenen geschoven die in werkelijkheid uit andere bronnen komt? Of wordt haar aandeel juist onderschat? Ook bij deze toetsing gaat V-focus uit van de metingen van verschillende meetnetten.
Fosfaatplafond terecht?
Door groei van de veestapel zou de fosfaatemissie naar het oppervlaktewater toenemen en dat zou de instelling van een fosfaatplafond met fosfaatrechten kunnen rechtvaardigen. Maar welke bijdrage aan de milieu gaat het fosfaatplafond naar schatting leveren? Ook bij dit vraagstuk zijn de metingen leidend.
De uitkomsten van dit uitgebreide onderzoek zullen worden gepubliceerd in het eerstvolgende nummer van V-focus. Deze verschijnt medio september. Mis dit nummer niet!