Op 1 juli 2015 is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) in werking getreden. In elke provincie zijn voor de inwerkingtreding van de PAS door het ministerie van EZ voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Daarin is uitleg gegeven over het programma. Maar hoe loopt het nu eigenlijk met activiteiten die door veehouders aangemeld dan wel aangevraagd worden onder de PAS? Lambert Polinder, omgevingsjurist bij Agrifirm Exlan inventariseerde de knelpunten in de praktijk.
Conclusies op basis eerste ervaringen
• De overhaaste invoering van de PAS heeft geleid tot wetgeving die niet goed is doordacht. Dat heeft geleid tot het heen en weer sturen van aanvragen tussen provincies.
• Meest dramatisch is wel dat in tegenstelling tot de belofte van de PAS er onvoldoende ontwikkelruimte is en die ontwikkelruimte veel sneller op blijkt te raken dan op voorhand gecommuniceerd. Al na één dag was voor sommige gebieden de ontwikkelruimte voor meldingen uitgegeven. De eerste aanvragen om vergunningen die zullen worden geweigerd, zijn drie weken na inwerkingtreding van de PAS ingediend.
• Als de herrekening die in december plaats zal vinden niet leidt tot meer ontwikkelruimte, zal de PAS na, om maar eens een voorbeeld te noemen, de landbouwontwikkelingsgebieden voor de veehouderij, de zoveelste dode mus blijken te zijn. De feiten die er nu liggen geven reden tot zorg.
Het uitgebreide artikel ‘De eerste ervaringen: PAS-wetgeving niet goed doordacht’, van Lambert Polinder, is vanaf eind deze week te lezen in V-focus.