Produceren in concepten bepaalt in toenemende mate het verdienmodel voor de varkenshouder. Extra, bovenwettelijke, investeringen ten aanzien van dierenwelzijn, milieu en duurzaamheid kunnen in dergelijke concepten geheel of gedeeltelijk terugverdiend worden. Ook het imago van de varkenshouderij komt door de concepten Beter Leven, Varken van Morgen of Keten Duurzaam Varkensvlees-ster in een beter daglicht te staan.
De varkenshouder met een visie naar de toekomst kiest voor produceren in een concept. Wat echter opvallend is, is dat de Dierenbescherming megastallen uitsluit voor deelname aan het Beter Leven-kenmerk. Varkensbedrijven met meer dan 1.200 zeugen, 7.00 vleesvarkens of gesloten bedrijven van 600 zeugen en 3.800 vleesvarkens wordt de deelname aan het Beter Leven-kenmerk onthouden.
De laatste jaren is de bedrijfsomvang sterk toegenomen, vaak ook met redenen om investeringen in duurzaamheid, milieu en dierenwelzijn te kunnen bekostigen. Echter, nu is er voor een deel van deze groeiende groep grote bedrijven geen plaats in het concept Beter Leven.
Als het echt gaat om het beter leven van het dier, wordt dit veel meer bepaald door het management en de keuzes die de varkenshouder hierin maakt. Om het dierenwelzijn te borgen, moeten de vijf vrijheden van het varken gegarandeerd worden! De vijf vrijheden van een dier zijn: vrij van dorst, honger en onjuiste voeding; vrij van fysiek en thermaal ongerief; vrij van pijn, verwonding en ziektes; vrij van angst en chronische stress; vrij om hun natuurlijke gedrag te vertonen.
En daarbij stel ik mij dan de vraag: zijn de vijf vrijheden van het varken op een groot bedrijf dan minder goed te garanderen dan op een kleinschaliger bedrijf? Met andere woorden, bepaalt de bedrijfsomvang het Beter Leven van het varken?
Door Rick Janssen, varkensarts
De Varkenspraktijk Someren-Oss
Column
Bepaalt bedrijfsomvang het Beter Leven van het varken?
