Riooloverstorten? Dat was voor de eeuwwisseling een probleem, nou toch niet meer? Destijds werden koeien ziek en gingen soms dood nadat ze van slootwater hadden gedronken, waarin rioolwater was overgestort door de gemeente. Riooloverstorten treden in werking als het rioolstelsel overbelast raakt, meestal na een zware regenbui en soms na een technische storing van de zuivering.
Riooloverstorten zijn al jaren geen issue meer in de agrarische media. Volgens de verantwoordelijke autoriteiten – waterschappen en gemeenten – zijn de problemen succesvol opgelost. ‘Kijk maar’ – en dan worden de officiële ‘bewijs’stukken onder mijn neus geschoven. Alle 14.000 riooloverstorten te samen, braken jaarlijks niet meer dan een paar kruiwagens vol vuil in het oppervlaktewater. Onze redactie is benieuwd hoe de experts tot dit kruiwagenvrachtje zijn gekomen. Gelukkig wordt het partijtje verantwoord in een rapport: ‘Diagnose en prognoses van de belasting van het Nederlandse oppervlaktewater met nutriënten’, uit 2002. En ja hoor, het is weer zo ver! Juist dit belangrijke rapport is zoek geraakt in de bibliotheken van de milieuwetenschap. Wij vragen alle instituten die verwijzen naar dit rapport, het ons te mailen – Wageningen UR, RIVM, Planbureau voor de Leefomgeving – maar het is dus echt weg. Binnen de milieuwetenschap raken geregeld onderzoeksrapporten en data zoek, is inmiddels mijn ervaring. En net altijd die stukken die je had willen inzien. Foto: Twan Wiermans.
Meten is weten bij waterschappen?
Gelukkig hebben we Rioned, de stichting voor de rioleringszorg. Volgens deze organisatie is zo’n 40% van de overstorten bemeten (BRON: Riolering in beeld, benchmark rioleringszorg). En aangezien ik meer waarde hecht aan meetuitkomsten dan aan zoekgeraakte wetenschap, wil ik die meetuitkomsten hebben. Maar dat blijkt in de praktijk nog niet zo eenvoudig. De metingen worden niet centraal verzameld. Er zit dus niets anders op dan alle waterschappen in de riooloverstortgebieden (West- en Noord-Nederland) individueel te benaderen. Dan valt op dat het ene waterschap de waterkwaliteit veel belangrijker vindt dan het andere. Een pluim in deze voor Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier! Zij hebben hun monitoring van de riooloverstorten goed voor elkaar, dat doet onze redactie deugd. Echter, meerdere waterschappen geven aan geen enkel zicht te hebben op het functioneren van de overstorten in hun werkgebied. Als er al aan de overstorten wordt gemeten, worden die meetuitkomsten niet opgevraagd. Hoe kan het toch dat een instantie met waterkwaliteit als kerntaak, niet geïnteresseerd is in dergelijke cijfers, vraag ik me af.
(NB nog niet van alle benaderde waterschappen is antwoord verkregen, hopelijk kunnen er binnenkort meer pluimen worden uitgedeeld).
Vriendendienst: niet handhaven op riooloverstorten
Het ‘niet willen weten’ wordt gerechtvaardigd door nieuwe afspraken over de handhaving. In het laatste Bestuursakkoord Water (2011) spraken de voorzitters van de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten samen af, niet meer te handhaven op overstorten. De Unie van Waterschappen bevestigt desgevraagd dat waterschappen sinds het nieuwe Bestuursakkoord niet meer bevoegd zijn om te handhaven bij gemeenten en provincies. Enkele waterschappers in het land reageren hoogst verbaasd op deze nieuwe handhavingsregel. Verbaasd omdat zij niet op de hoogte waren gesteld van dit handhavingsbesluit. Maar nog verbaasder omdat zij geacht worden met twee maten te handhaven: het bedrijfsleven moet worden aangepakt als zij het water vervuilen, maar overheden mogen bij wijze van vriendendienst voor eenzelfde vergrijp niet worden bestraft.
Volg de voortgang van het journalistieke onderzoek op diverse actuele thema’s in Vakblad V-focus. En bent u ook ergens tegenaan gelopen, wat eens goed uitgezocht moet worden? Meld het onze redactie.