Is de veehouderij voldoende voorbereid op nieuwe, opkomende ziekten? Het gaat dan vooral om nieuwe ziekten die door vectoren (zoals exotische mugjes en knutten) worden overgebracht.
Het klimaat verandert: minder vorst in de winter, nattere periodes in de zomer, hittegolven. Het zijn omstandigheden waarbij sommige exotische vectoren goed kunnen gedijen. Deze vectoren zullen niet gauw zelf de afstand tussen hun inheemse verblijfsgebieden en West-Europa overbruggen, maar de frequentie waarmee transportmiddelen, zoals vliegtuigen, de vectoren van elders meevoeren, is enorm toegenomen. En de kans dat ze zich hier kunnen vestigen en verspreiden is door klimaatveranderingen reëler geworden.
Dierenarts en journalist Marjan Leneman beschrijft in een aantal casussen de ontstaansgeschiedenis van nieuwe ziekten als blauwtong, Q-koorts en Schmallenberg. Zij gaat in op ziekten die als ‘opkomend’ worden beschouwd. Om tenslotte in te gaan op hoe Nederland zich probeert te wapenen tegen nieuwe ziekten uit vreemde windstreken.
Het omslagartikel ‘Exotische vectoren rukken op door klimaatveranderingen. Is de Veehouderij hierop voorbereid?’ is te lezen in het augustusnummer van V-focus (foto: EC).
Nog geen abonnement? Start met 25% korting op een jaarabonnement >>
Mens en mening | Onderzoek en Beleid