Den Haag. Pal achter het ministerie van Economische Zaken staat het Paleis van Justitie. Het is een enorm gebouw, met de personeelsingang op nummer 30 en de deur voor bezoekers op nummer 60. Het is een gebouw zonder koffiemachine, althans, die was nergens te bekennen. Bijzonder want met rechtszaken aan de lopende band zou zo’n investering er toch vanaf moeten kunnen. Maar kennelijk kent de rechtspraak geen klanten, alleen verdachten. De meneer voor me in de rij fluistert zacht zijn naam tegen de receptionist, hij is verdachte in een zaak, hem wordt de weg gewezen naar de juiste rechter.
Het ministerie van Economische Zaken is met drie personen naar de zitting gekomen, een stevige delegatie. Zou er zoveel gewicht nodig zijn om de deksel op de derogatie-doofpot te houden? Ik wil 26 stukken uit het derogatiedossier inzien, maar dat wil onze overheid niet hebben. Alle stukken die de Nederlandse autoriteiten uitwisselen met de Europese Commissie vallen onder het staatsgeheim. Ook mijn vriendelijke verzoek in de wachtkamer aan de EZ-delegatie, dat ik de stukken graag meteen zou meenemen, wordt beantwoord met ‘nee’. Heeft de uitvoerder van de regels, de landbouw, dan geen enkel recht om stukken die zoveel impact hebben op de boerenbedrijven, in te zien? Nee, vindt EZ, dat schaadt de verhoudingen met de Europese Commissie en de onderhandelingspositie van Nederland met andere lidstaten. Daarbij raakt het de persoonlijke levenssfeer van ambtenaren.
De rechtszaak duurde kort, amper een half uur. Het was de tijd die ervoor was gereserveerd. Ik maakte de fout door de rechter en griffier de hand te schudden. ‘Nee, dat doen wij niet’, zei de rechter, maar zij besloot een uitzondering te maken, ‘je staat hier nu toch’. De EZ-delegatie hield voet bij stuk: stukken moeten geheim blijven. EZ refereerde aan andere dossiers waarvoor hetzelfde van toepassing is: de beraadslagingen voorafgaand aan de oorlog in Irak, de afspraken met Somaliland over de terugzending van uitgeprocedeerde asielzoekers. Bovendien, de Tweede Kamer krijgt die informatie ook niet en wat de Tweede Kamer niet krijgt, krijgen anderen ook niet.
De uitspraak van de rechter volgt uiterlijk 1 februari.
Column