Door: Paul Daniëls, secretaris Vereniging Agrarische Bedrijfsadviseurs
Het moet wel in de genen zitten: boer zijn of boer willen (en kunnen!) worden. Je krijgt het met de paplepel ingegoten. Als stadskind sprong ik net op een ‘grote mensen’-fiets, terwijl een klasgenootje al op een trekker zat. Ik kan daar nu best jaloers op zijn, maar kijk ook met zorg naar agrarisch Nederland. De boer, bekend van zijn noeste arbeid, komt steeds verder in het nauw en hoe oneerlijk is dat.
Maar als boeren zich nu ook eens bewust worden dat ze vaak ook DGA (Directeur-Groot-Aandeelhouder) zijn. Niet enkel ondernemer, maar ook directeur! In de wereld die steeds complexer is, omringt hij zich weliswaar met adviseurs, maar geldt nog steeds: ‘Niet lullen, maar poetsen’. Enig idee waar dat toe leidt als we massaal aan het poetsen blijven? Wat dan de gevolgen zullen zijn?
Kwaliteitsbewuste adviseurs spelen hierin een belangrijke rol. Zij vormen het managementteam van de ‘boer-DGA’, en een kwaliteitsbewuste adviseur werkt samen met hem én met de andere leden van dat managementteam. Een mij altijd opgevallen verschil met het MKB is wel dat de boer-DGA zijn managers altijd apart uitnodigt aan de keukentafel en daarmee is er geen MT-overleg. Wat zou er toch gebeuren als hij dat zou veranderen? Denk er eens over na. Het scheelt hem vast niet alleen tijd.