Al jaren wijzen onderzoeken uit dat er sprake is van een drastische afname van weidevogels. Wat mij opvalt, is dat die statistieken steevast beginnen bij het jaar 1990 of 2000. Dat suggereert dat de afname toen in gang is gezet. De onderzoeken naar de oorzaak richten zich veelal ook op de periode na 1990. Wat gaat er de laatste 25 jaar fout waardoor de soorten steeds verder onderuit zakken? De uitkomsten leiden in het algemeen vrij eenzijdig richting de landbouw.
Wat een kortzichtigheid om de historie en de onderzoeken te laten beginnen bij 1990. Als je oudere natuurartikelen leest, bijvoorbeeld uit weidevogelprovincie Friesland, dan wordt daarin vrij nauwkeurig aangegeven wanneer de grote achteruitgang plaatsvond. Dat is geweest in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Het is interessant te kijken welke grote veranderingen toen plaatsvonden binnen het ecosysteem, die de vrij plotselinge achteruitgang zouden kunnen verklaren. De landbouw veranderde, maar er is nóg iets wat sterk is veranderd en dat is het waterpeil. Het natuurlijke waterpeil kende hele grote en grillige fluctuaties, met afwisselend perioden van vernatting en verdroging. Het waterpeil werd in die jaren vastgezet op een redelijk constant streefpeil vanwege de infrastructuur, de landbouw en de pleziervaart. De gevolgen die dit heeft gehad op de ecologie zijn beschreven: sommige soorten verdwenen gestaag uit het landschap. Daar kwamen andere voor terug. Het is de keuze die de maatschappij destijds bewust heeft gemaakt.
De kennis van vóór het internettijdperk – vóór de jaren ’90 – lijkt verloren te zijn gegaan in weidevogelland. Leren van het verleden heeft plaatsgemaakt voor veronderstellen en uitproberen. Tegenwoordig zie je natuurorganisaties bijvoorbeeld het waterpeil omhoog zetten, in de veronderstelling dat dit weidevogels aantrekt. Of dat gaat helpen? Volgens de historische stukken was het echter niet de hoogte van het waterpeil die tot verandering heeft geleid.