Veel agrarische ondernemers proberen hun inkomen aan te vullen door hun bedrijf te verbreden met bijvoorbeeld activiteiten als een boerderijcamping, kinderopvang, een windmolen, een golfterrein of iets dergelijks. Sommige ‘bedrijfsverbreders’ kwamen echter voor onaangename verrassingen te staan toen de fiscus de nieuwe neventak aanmerkte als de opstart van een nieuw bedrijf. Dat kan nogal wat financiële consequenties hebben.
Als de nevenactiviteiten onvoldoende in het verlengde liggen van de agrarische onderneming, loopt de ondernemer het risico dat de fiscus deze activiteit aanmerkt als nieuwe onderneming. De Vaksectie Recht van de VLB (Vereniging van Accountants en Belastingsadviseurs) bespreekt in V-focus juni 2017 enkele recente casussen uit de praktijk waarin ondernemers voor onaangename verrassingen kwamen te staan. De VLB geeft daarbij adviezen voor de opzet van een verbredingstak.