Voor elke veehouderijsector is het belangrijk om een brede visie te hebben op de toekomst en daarmee antwoorden op vragen van andere partijen. Dat zegt Franck Meijboom die als universitair hoofddocent verbonden is aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht en werkzaam is bij het Ethiek Instituut van dezelfde universiteit. “Zonder een goede visie word je op de langere termijn buitenspel gezet.”
“Heb je als veehouderijsector geen goede toekomstvisie, dan nemen andere partijen, zoals overheid en maatschappelijke organisaties, de regie over. Je moet antwoorden hebben op vragen die anderen stellen. Een antwoord als ‘zo doen we het nu eenmaal’ voldoet allang niet meer. Met een toekomstvisie neem je niet álle discussie weg en het is niet ‘one size fits all’. Maar als je niet over vragen van anderen nadenkt en blijft zitten waar je zit, word je kwetsbaar en op langere termijn buitenspel gezet.”
Van de veesectoren wordt volgens Meijboom een brede toekomstvisie verwacht waarin alle onderwerpen worden meegenomen: dierenwelzijn, diergezondheid, voedselkwaliteit en -veiligheid, volksgezondheid, samenleving, markt en economie et cetera. “Als je als veehouderijsector in staat bent om al deze aspecten samen te brengen in een toekomstvisie, kun je zeggen: wij willen recht doen aan dier, mens en milieu. En je laat zien dat je de zorgen en vragen van andere partijen serieus neemt en dat je over de volle breedte stappen wilt zetten. De overheid kun je met zo’n toekomstvisie vragen om ruimte om te ondernemen.”
Samen verder komen
Niet alleen de veehouderijsectoren zelf, ook andere partijen, zoals de retail en Dierenbescherming, moeten een visie hebben op de sector, vindt Meijboom. “Elke partij heeft haar eigen belangen, maar er is ook genoeg gemeenschappelijks. Door met elkaar aan tafel te gaan en te vragen: ‘hoe zit jij erin?’ en ‘wil je meedoen?’ kun je samen verder komen.”
Het hele artikel staat in de V-focus van oktober 2017.