In het afgelopen jaar ontving de onderzoeksredactie van V-focus meerdere verzoeken om het mestfraudevraagstuk uit te diepen. Welwillende sectorgenoten wilden de kwestie graag uitgespit hebben, met naam en toenaam van de fraudeurs. Zij zagen aankomen dat de mestfraudes wel eens verstrekkende gevolgen kunnen hebben voor de hele veehouderij, onder meer voor het behoud van de derogatie. Het NRC was ons voor.
Het is geen verrassing dat mijn collega’s van het NRC in de mestfraudes zijn gedoken en op voor de veehouderij pijnlijke wijze een aantal misstanden aan de kaak stellen. Je kon erop wachten. Als het NRC er niet mee was gekomen, was het wel een andere landelijke krant geweest. Het onderwerp leeft in de journalistiek.
Sinds het NRC-artikel – dat de mestfraude blootlegt – is het aantal meldingen aan ons ‘redactieloket mestfraude’ toegenomen. Er mag dan discussie zijn over de precieze cijfers die het NRC presenteert over de omvang van de fraudes, maar dat er op ontoelaatbare schaal gefraudeerd wordt met mest, durf ik wel te bevestigen, gezien de reacties die bij ons binnenkomen.
Ik verbaas me over de opstelling van de standsorganisaties. Wat hebben zij gedaan om mestfraude aan te pakken, behalve zich ervan te distantiëren? Wat hebben zij gedaan met de meldingen van vermeende fraudes die goedwillende leden bij hun organisaties hebben aangedragen? Hebben zij deze onder de aandacht gebracht bij de NVWA, zodat die snel korte metten kon maken met de praktijken, waardoor de veehouderij verschoond kon blijven van dergelijke misstanden? Uit de verhalen die ik langs zie komen, krijg ik niet de indruk dat er echt werk van is gemaakt.
Wat ik vooral hoor is dat het binnen de landbouw not done is om iemand ‘aan te geven’. Het wordt ook niet gestimuleerd door organisaties die dat wel zouden kunnen doen. De kwestie aankaarten bij een onderzoeksredactie die bronbescherming kan garanderen en het vertrouwen heeft, is voor sommigen dan de laatste optie. Het Vertrouwensloket Mestfraude zou eigenlijk niet bij onderzoeksjournalisten moeten liggen, maar bij de sectororganisaties zelf.