In het project Carbon Valley zijn Brabantse agrariërs van Het Groene Woud, de Duinboeren en Agro As de Peel aan de slag met organische stofmanagement. Hiervoor is een set van maatregelen opgesteld. In deze set is de aanpassing van het landgebruik op bedrijfsniveau de basis. Daarnaast worden maatregelen benoemd om op gras- en bouwland de afbraak te verminderen en aanvoer van organische stof te verhogen.
Binnen de opties voor landgebruik, grasland en bouwland is het belangrijk om de afbraak van organische stof onder controle te hebben. Afbraak van organische stof door het bodemleven is er altijd. Afbraak is in principe positief, want dat levert de mineralisatie op van nutriënten waarmee gewasgroei mogelijk is. Aan de andere kant is het belangrijk om de afbraak op een niveau te houden dat de mineralisatie nog benut kan worden in een gewas en niet verloren gaat. Met name bij het scheuren van grasland voor graslandvernieuwing of maisteelt, is de afbraak vaak hoger dan het volggewas kan benutten. De leeftijd van grasland zo veel mogelijk verhogen, of op maisland het gebruik van Niet-Kerende Grondbewerking in plaats van ploegen zijn hierbij belangrijke maatregelen om de afbraak te verminderen. Een proef in De Moer (NB) laat bijvoorbeeld zien dat er met Niet-Kerende Grondbewerking in plaats van ploegen in drie jaar tijd de afbraak van 12.000 kg organische stof kan worden voorkomen. Dit is vergelijkbaar het de effectieve organische stof van 400 m3 runderdrijfmest.
Het onderzoek naar het behouden en verhogen van het organische stofgehalte in de bodem levert veel aanbevelingen op. In V-focus februari 2018 staat hierover een uitgebreid artikel van wetenschappers van het Louis Bolk Instituut.