De invoering van fosfaatrechten leidde tot veel vragen over de fiscale aspecten ervan. De Werkgroep Fiscale aspecten fosfaatregelingen melkveehouderij kreeg de opdracht die in kaart te brengen. Rutger Keppel belastingadviseur bij Flynth adviseurs en accountants en lid van de Vaksectie Recht van de Vereniging van Accountants en Belastingadviseurs (VLB), geeft weer wat de belangrijkste aandachtspunten voor agrarische ondernemers zijn.
Een melkveehouder die in 2017 op zijn bedrijf meer fosfaat produceert dan de melkveefosfaatreferentie, kan een ‘heffing’ opgelegd krijgen. (Dit is de opgelegde heffing in het bonus-malussysteem). Die heffing is fiscaal aftrekbaar. Ook bij de voormalige melkquotering leidde een overschrijding van het quotum tot een heffing (de superheffing). Hetzelfde was het geval bij het bonus-malussysteem om de melkproductie te beteugelen in 2017; ook hier werd gewerkt met een heffing die fiscaal aftrekbaar is. Dat ligt anders vanaf 2018, bij het overschrijden van de fosfaatproductiegrens. De maximale fosfaatproductie is vastgelegd in de Meststoffenwet en overschrijding daarvan wordt gezien als economisch delict, waarvoor een boete wordt opgelegd. Een boete is niet fiscaal aftrekbaar. Wanneer de productiegrens opzettelijk wordt overschreden, is er zelfs sprake van een misdrijf.
In V-focus (1 juni 2018) gaat Keppel namens de VLB uitgebreid in op de belangrijkste fiscale aandachtspunten van de P-rechten en de stoppersregeling.