Agrariërs die te maken krijgen met wateroverlast door peilverhoging of een onvoldoende functionerende waterafvoer vechten niet alleen tegen het water maar ook tegen de bierkaai. Dat vindt Jan van Bakel, expert op het gebied van agrarisch waterbeheer. De overheid die verantwoordelijk is voor het water-beheer zet geregeld macht en middelen in om haar gelijk te halen.
Een boer of particulier met waterschade maakt doorgaans weinig kans tegen de waterbeheerder, vooral ook omdat de gedupeerde moet aantonen dat de waterbeheerder fouten maakt. “Wij zouden toe moeten naar een omgekeerde bewijslast, net zoals bij aardbevingsschade in Groningen.”
Bij wateroverlast is het aan de boer of burger om aan te tonen dat de water-beheerder een fout heeft gemaakt. De gedupeerde zal een onderzoek moeten laten uitvoeren naar de oorzaak van de overlast en dit onderzoek zelf bekostigen. “Dit betekent in de praktijk dat de benadeelde boer of burger al snel aan het kortste eind trekt. Wij moeten bij waterschade echt toe naar omkering van de bewijslast, zoals bij de aardbevingsschade in Groningen”, stelt hydroloog Van Bakel. Ook constateert hij dat de overheid het geregeld met veel advocaten en juristen opneemt tegen één agrariër. Een schadezaak als gevolg van wateroverlast is daardoor vaak een ongelijke strijd. Dat de rechter oordeelt dat een waterschap onzorgvuldig handelt, noemt Van Bakel “redelijk uniek”.
In de V-focus van juni 2019 twee wateroverlastzaken waarin gedupeerden vechten tegen het water en de bierkaai.