De productie in de zeugenhouderij blijft stijgen. Er worden jaarlijks steeds meer biggen per zeug per worp geboren, en de vakmensen in onze mooie sector zijn gelukkig in staat om deze biggen ook op een goede manier te spenen.
Spenen op drie weken leeftijd is financieel aantrekkelijk. Maar dit vroege spenen valt soms erg tegen en het is moeilijk om deze grote aantallen jonge biggen allemaal netjes groot te brengen. Te weinig voeropname voor spenen, diarree na spenen en te veel uitval bij de gespeende biggen kunnen dan het gevolg zijn. Dure maatregelen (vaccinaties, duur voer, dure voersystemen) worden ingezet om de biggen van drie weken leeftijd toch groot te kunnen brengen.
In de natuur, bij het wilde zwijn, is de zoogperiode van de biggen ongeveer drie tot vier maanden. Drie weken zoogduur is dan ook in verhouding erg kort.
Veel varkenshouders realiseren zich niet dat volgens de Europese wetgeving biggen niet voor een leeftijd van 28 dagen gespeend mogen worden! Enkel als het welzijn van de zeug en/of van de biggen in het gedrag komt mag er tot maximaal zeven dagen eerder gespeend worden, mits er speciale voorzieningen zijn om deze jonge biggen op een leeftijd van minimaal 21 dagen te kunnen spenen.
Uit onderzoek blijkt ook dat bij biggen die op drie weken gespeend worden, vaak meer antibiotica ingezet wordt, in verhouding tot biggen die op vier weken leeftijd gespeend worden. Daarnaast neemt de voeropname voor spenen enorm toe als biggen op vier weken gespeend worden. Ook is bekend dat de groei van biggen die gerealiseerd wordt tot aan 24 kg, van grote invloed is op de groei die gerealiseerd wordt bij de vleesvarkens.
Kortom, op vier weken spenen is veel beter voor de bigkwaliteit alsook voor de prestaties bij de vleesvarkenshouder. Terug naar de basis en biggen gewoon op vier weken spenen.
Door: Rick Janssen, Varkensarts bij De Varkenspraktijk Someren-Oss