Vlees en zuivel zijn schadelijk voor de volksgezondheid vanwege de onverzadigde vetten. Daarbij vormt de productie ervan een onevenredige aanslag op het milieu. Deze beweringen worden vooral gepropageerd door NGO’s. De wetenschap laat weinig heel van deze beschuldigingen, zo bleek tijdens het symposium ‘The role of ruminants in sustainable diets’ van de Belgian Association of Meat Science and Technology (BAMST).
Overal in de wereld verschijnen wetenschappelijke artikelen en berichten over de risico’s van het eten van vlees voor de volksgezondheid. Met name de vetten zouden hartproblemen veroorzaken en daarmee de levensverwachting temperen. Andrew Mente, associate professor volksgezondheid en epidemiologie aan de McMaster Universiteit in Hamilton (Canada), bestudeerde hoe het werkelijk gesteld is met het eten van dierlijke vetten in relatie tot de volksgezondheid. Hij komt tot de conclusie dat een gevarieerd dieet, inclusief vis en vlees, de beste gezondheid geeft. Op het internationale wetenschappelijke symposium ‘The role of ruminants in sustainable diets’ van het Belgische BAMST in Brussel deed hij verslag van zijn bevindingen.
Verschillende studies tonen aan dat de vetten in dierlijke producten zorgen voor verhoging van het cholesterolgehalte in het bloed en dat geeft meer kans op hartkwalen en voortijdige sterfte. “Die studies kijken heel eenzijdig naar één stof en één aandoening en gaan ervan uit dat de producten verder geen effecten hebben op het lichaam. Dat is simplistisch denken”, stelt Mente. “Maar zo mag je niet naar vlees kijken. Dierlijke producten leveren heel veel voedingsstoffen, zoals: B-vitamines, eiwitten, zink, magnesium, selenium. Het vermijden van dierlijk vet heeft tot gevolg dat je heel veel andere voedingsstoffen ook niet meer binnenkrijgt.”
Gezond dieet
In een wereldwijde cohortstudie waaraan 135.335 mensen deelnamen, is gekeken naar de effecten van de consumptie van plantaardige producten en zuivel op de volksgezondheid. Naarmate de consumptie van groenten en fruit toeneemt, daalt het risico op vroegtijdige sterfte aan hartaandoeningen, zoals te verwachten viel. Datzelfde blijkt echter ook het geval voor de consumptie van zuivel. Mensen die meer zuivel consumeren, hebben een lager risico op vroegtijdige sterfte en minder hartproblemen. Het maakt daarbij niet uit of men volle zuivelproducten neemt, halfvolle of magere. Een hogere zuivelconsumptie hangt samen met minder hart- en vaatziekten, vooral het risico op een beroerte neemt af.
Het omslagartikel ‘Vlees en zuivel onterecht bekritiseerd’ is te lezen in V-focus, augustus 2019.