Het verlagen van de stikstofdepositie op natuurgebieden door veehouderijbedrijven uit te kopen vraagt forse inspanningen, terwijl de winst klein is. Dat blijkt uit het onderzoek van Geesje Rotgers en Richard Zijlstra dat afgelopen week is gepubliceerd op de website van Mesdag-Zuivelfonds.
Aandeel landbouw in problematiek
Het stikstofbeleid is in 2019 vastgelopen en door maatregelen in het verkeer en het uitkopen van veehouderijbedrijven wil de Rijksoverheid weer ruimte creëren voor bijvoorbeeld bouw en industrie. Verschillende instanties probeerden de stikstofdepositie van alle sectoren in Nederland in kaart te brengen. Het percentage dat uit de berekeningen komt, hangt sterk af van de uitgangspunten. Als de stikstofdepositie van de landbouw op heel Nederland wordt berekend dan komt de landbouw uit op een aandeel van 46 procent, bij de stikstofdepositie op Natura 2000 gebieden heeft de landbouw een aandeel van 35 procent. En als alleen gekeken wordt naar de stikstofdepositie op zogenoemde ‘stikstofgevoelige gebieden’ dan is het aandeel van de landbouw 41 procent.
Het huidige stikstofdebat wordt gedomineerd door deze cijfers waarbij voornamelijk de stikstofdepositie op heel Nederland vaak terug komt. Op dit moment kiest de rijksoverheid ervoor om piekbelasters nabij natuurgebieden te saneren (piekbelasters zijn bedrijven met hoge emissies). Rotgers en Zijlstra: “Vanuit de natuurwetgeving: voor de bescherming van Natura 2000 gebieden gaat het om de depositie. Hierbij kan emissie niet bepalend zijn. Door toch te kiezen voor emissiebeleid, ontstaat beleid dat minder effectief is.”
Saneren zorgt voor te kleine reductie
Om de impact van het huidige beleid te laten zien hebben de onderzoekers doorgerekend wat het effect is van het uitkopen van boerenbedrijven binnen 10 kilometer van natuurgebieden Norgerholt (Drenthe) en Deurnsche peel & Mariapeel en Groote peel (Brabant). De overbelasting van deze gebieden is respectievelijk 500 tot 1.300 mol/ha/jaar.
Uit de berekening blijkt dat zelfs als deze landbouwvrije bufferzone van 10 km wordt aangelegd maar 340 mol/ha/jaar gereduceerd wordt op natuurgebied Norgerholt. Om deze reductie te bereiken zouden 80 tot 120 boerenbedrijven moeten worden uitgekocht. Bij de Brabantse Peel zouden 200 tot 400 bedrijven moeten worden verwijderd om de landbouwvrije bufferzone van 10 km te creëren. Door deze landbouwvrije zone zal de depositie op het natuurgebied dalen met 569 mol. Met het uitkopen van al deze bedrijven zal de stikstofproblematiek nog niet voorbij zijn. Verder betekent een dergelijke bufferzone rond alle stikstofgevoelige gebieden, dat ruim de helft van Nederland bufferzone moet worden. Dit is geen realistisch scenario volgens Rotgers en Zijlstra. Zij bepleiten dan ook dat het natuurbeleid in Nederland dringend aan herziening toe is.
Lees het volledige rapport hier.
Foto: Mesdag-Zuivelfonds