In 10 van de 12 provincies nam de populatie van dieren, die in de jaren ’90 vanwege bedreiging op de Rode Lijst kwamen, voor een groot deel van de soorten toe volgens cijfers die CLO (Compendium voor de Leefomgeving) publiceerde. In zeven provincies werd deze trend de laatste 12 jaar ook vastgehouden en verder verbeterd.
In de publicatie van CLO is per provincie aangegeven hoeveel procent van de diersoorten op de rode lijst in populatie afneemt, gelijk blijft en toeneemt. In elke provincie met uitzondering van Zeeland en Noord-Holland, nam minder dan 50 procent van de soorten af in populatie. Kijkende naar de lange termijn, dus drie decennia, van 1990 tot 2018, was het aantal soorten dat in populatie toenam vaak groter dan in de laatste 12 jaar (2007 tot 2018). Daarbij hoort wel de opmerking dat de toe- en afname in de laatste 12 jaar voor veel soorten voor een groot deel aanzienlijk minder significant zijn. Toch zijn deze veranderingen meegenomen, zodat de periodes vergelijkbaar zijn. De niet significante (dus onzekere) trends meegerekend, blijkt het in zeven provincies beter te gaan in de periode 2007 tot 2018 ten opzichte van de langer termijn (1990 – 2018) en in vijf provincies is de trend weer en gaat het minder goed.
Op de Rode Lijst staan dieren uit zes soortengroepen, waaronder zoogdieren, vogels en vlinders. Het aantal dieren op de lijst verschilt per provincies. In Gelderland werden er in 1995 61 bedreigde dieren opgezet, in Flevoland 20. De andere provincies zitten er tussenin.