Een drietal stapelbare maatregelen om emissies te verlagen, kunnen volgens DLV Advies gezamenlijk een flinke hoeveelheid CO2-emissie per liter melk uitsparen, ongeveer een kwart op het totaal.
Het vergisten van rundveedrijfmest en de daaruit voortkomende besparing op methaanemissie, zou een CO2-besparing van 150 gram opleveren en het gebruik van de groene energie die uit de mest gewonnen wordt nog eens 50 gram. Het gebruik van ammoniumsulfaat uit een stikstofstripper in plaats van kunstmest levert volgens DLV Advies een CO2-besparing op van 30 gram per liter melk. Totaal dus 230 gram door vergisten en strippen, wat grofweg gelijk staat aan zo’n 20 tot 25 procent minder CO2-emissie per kg melk.
Er zijn in Nederland al enkele melkveehouders met een stripper. De investering kan zich lonen op bedrijven die op jaarbasis meer dan 50.000 euro aan mestafzetkosten maken. Daarbij moet je denken aan een bedrijfsomvang van 200 melkkoeien en een intensiteit van 25.000 kg melk per hectare. De groep melkveehouders waarvoor een stripper is weggelegd, is dus klein.
Varkensmest
Omgekeerde osmose is in het bijzonder voor de varkenshouderij interessant als mestbewerkingsmethode en kan vanaf 20.000 ton mest lonend zijn. Korrelen of composteren en zo waarde creëren is realiseerbaar vanaf 100.000 ton en dan moet dus aan coöperatieven gedacht worden.
In de varkenshouderij is het aandeel CO2 in de totale emissie in CO2-equivalenten veel groter. Bij varkens is er namelijk geen sprake van enterische methaanemissie, ofwel methaanemissie uit het dierlijke verteringsstelsel, zoals bij runderen wel het geval is. Met behulp van mestvergisting en energieproductie kan de varkenshouderij zelfs klimaatneutraal worden. Als gebruik van mineralenconcentraat uit varkensmest het huidige kunstmestgebruik in de akkerbouw kan verminderen, wordt de varkenshouderij zelfs klimaatpositief.