16 Koeien & Kansen-bedrijven en Agro-innovatiecentrum De Marke voerden gemiddeld 159 gram ruw eiwit per kg drogestof in de periode 2018 tot en met 2020. Vier bedrijven slaagden er in 2020 in minder 155 gram ruw eiwit te voeren.
De Koeien & Kansen-veehouders stelden als gezamenlijk doel een rantsoen te voeren met minder dan 155 gram ruw eiwit. Vier bedrijven slaagden daarin. Van die bedrijven is één erin geslaagd door een rantsoen te voeren met 30 procent bijproducten met hoge voederwaarden (1.130 VEM per kg drogestof) en minder dan 160 gram.
Een ander bedrijf die de doelstelling haalde voerde graskuil met een voederwaarde van 913 VEM, maar met 154 gram ruw eiwit. De twee andere bedrijven voerden met 31 respectievelijk 39 procent veel mais. Het bedrijf met 31 procent mais in het rantsoen, voerde vers gras met een ruw eiwitgehalte van 179 gram ruw eiwit per kg drogestof en graskuil met 159 gram, relatief laag dus. Dit bedrijf onderschreed, als enige, al drie jaar op rij de doelstelling van 155 gram ruw eiwit.
Te veel eiwit naar jongvee
De grasproducten op het bedrijf dat de doelstelling het verst overschrijdt hebben echter geen bovengemiddeld hoge eiwitwaarden, maar wel bestaat het rantsoen voor 62 procent uit grasproducten tegen gemiddeld 46 procent. Ook het aandeel vers gras is er hoog. De melkkoeien op dit bedrijf krijgen 158 gram ruw eiwit per kg drogestof. Er gaat op dit bedrijf juist veel eiwit naar het jongvee. Drie bedrijven zijn erin geslaagd om met 45 procent grasproducten in het rantsoen het ruw eiwitgehalte tot 155 te verlagen. Gemiddeld ging het ruw eiwitgehalte van zowel krachtvoer als gras op de bedrijven omlaag in de laatste drie jaar.