De fosfaat- en stikstofexcretie van de Nederlandse veestapel over 2022 zal de huidige nationale en sectorale productieplafonds niet overstijgen. Dat is de verwachting op basis van kwartaalcijfers die het CBS berekent op verzoek van minister Adema.
Dat de plafonds niet worden overschreden is volgens Adema mede een gevolg van een gewijzigde omvang van de veestapel. Ook de samenstelling van onder meer het melkveerantsoen is van invloed. Experts uit onderzoek en bedrijfsleven hebben al eerder aangegeven dat de verwachte daling van het ruw-eiwitgehalte in het melkveerantsoen aansluit bij de dalende trend die vanaf 2018 is ingezet.
In de recent afgegeven derogatiebeschikking3 is ten aanzien van de nationale mestproductieplafonds als voorwaarde opgenomen dat Nederland ervoor zorgt dat de mestproductie op nationaal niveau, zowel wat stikstof als fosfaat betreft, niet meer is dan de in 2020 geproduceerde hoeveelheid (150,7 miljoen kg fosfaat en 489,4 miljoen kg stikstof). De cijfers van het CBS laten zien dat de voor 2022 verwachte nationale mestproductie lager zal zijn dan de productieniveaus in 2020. In de derogatiebeschikking is ook opgenomen dat de op nationaal niveau geproduceerde mest geleidelijk verder moet afnemen tot een niveau van maximaal 135 miljoen kg fosfaat en maximaal 440 miljoen kg stikstof
in 2025.