Dirk Vreugdenhil, Statenlid voor de ChristenUnie in Gelderland, vindt dat de ongecontroleerde handel in stikstofrechten moet stoppen.
Waarom moet die handel stoppen?
We zien momenteel dat veel overheden en grote bedrijven op boerderijenjacht zijn om stikstofruimte te verwerven. In plaats van een eerlijke weging van maatschappelijke belangen, telt nu het recht van de sterkste: wie het kan betalen, stelt met een grote zak geld zijn zaken veilig; de rest heeft het nakijken. Door stikstofruimte te verplaatsen, schiet de natuur er niets mee op. En dat is wel noodzakelijk om op lange termijn uit de crisis te komen, de natuur te herstellen en ook weer duurzame ruimte voor maatschappelijke ontwikkeling mogelijk te maken.
Hoe kan die handel volgens u worden gestopt?
Het begint bij een stuk bewustwording van wat deze crisis betekent: iedereen zal een bijdrage moeten leveren aan het reduceren van stikstofemissies. Door een prijskaartje te hangen aan een natuurvergunning, is het recht op vervuiling te koop. Dat is problematisch, omdat het zaak is dat alle sectoren zich realiseren dat er minder uitstoot moet komen in plaats van meer. Een schot tussen emissies uit de agrarische sector en die van andere sectoren zou bij kunnen dragen aan een oplossing voor dit probleem. Ammoniak en stikstofoxide zijn nu inwisselbaar, maar hebben heel verschillende eigenschappen en effecten op de volksgezondheid. Je zou ook kunnen denken aan een stikstofladder: 1. Reduceren; 2. Intern salderen; 3. Extern salderen binnen eigen sector; 4. Extern salderen met andere sector.
Wat kunnen boeren en hun adviseurs doen om bij te dragen aan het stoppen van de stikstofhandel?
Als er één sector is waarvan ik denk dat het realistisch is dat die de doelstellingen gaat halen, is het de agrarische sector. Met innovatie en natuurlijk verloop ben je al een heel eind. Het probleem is dat nu veel stikstof van de agrarische sector naar industrie of wegverkeer verdwijnt. Dat maakt het voor de blijvende boeren niet makkelijk. Ik begrijp heel goed dat stoppende boeren een mooi aanbod voor hun vergunning niet zullen afslaan. Maar, ten diepste vind ik dat een vergunning geen geld waard zou moeten zijn. De vergunningen zijn immers ook om niet uitgegeven. Dat neemt overigens niet weg dat de overheid een royale vergoeding moet geven voor boeren die vrijwillig hun bedrijf beëindigen. Agrarisch adviseurs zou ik mee willen geven dat ze straks heel goed zouden kunnen helpen bij het mogelijk maken van de legalisatie van PAS-melders. Ik verwacht dat binnen enkele maanden gestart kan worden met de operatie om PAS-melders te legaliseren en we zullen iedereen nodig hebben om zo snel mogelijk recht te doen aan deze ondernemers die buiten hun schuld hun vergunning zijn kwijtgeraakt.