De provincies Drenthe en Noord-Brabant belonen melkveehouders voor duurzaam boeren. De provincie Utrecht gaat er ook mee aan de slag. De boeren blijven bij het verduurzamen aan het roer staan: zij bepalen zelf hoe ze vastgestelde duurzaamheidsdoelen op hun bedrijf realiseren.
Drenthe is de eerste provincie die boeren beloont voor het verduurzamen van hun bedrijfsvoering. In 2017 begon Drenthe met de pilot Duurzame Melkveehouderij Drenthe met vijftig deelnemende melkveehouders. In 2018 kwam er een subsidieregeling waar 230 melkveehouders aan deel konden nemen. Die regeling loopt dit jaar af en was volgens de provincie succesvol. “Daarom gaan we dit jaar verder met een stevig vervolg in Duurzaam Boeren Drenthe. Daar is opnieuw een beloningsregeling voor de melkveehouderij in opgenomen, maar we werken ook aan een pilot voor akkerbouw- en gemengde bedrijven”, vertelt projectleider Anet Abbing. Voor Duurzaam Boeren Drenthe werkt de provincie samen met acht landbouw- en natuurorganisaties. Voor de regeling zijn duurzaamheidsdoelen vastgesteld voor water, bodem, klimaat en stikstof. Als boeren doelen realiseren (via kritische prestatie-indicatoren (KPI’s)), staat daar een beloning tegenover. In totaal heeft Drenthe een budget gereserveerd van 4,75 miljoen euro, waardoor er 475 melkveehouders kunnen deelnemen.
“We geven boeren doelen mee en vervolgens hebben ze de vrijheid om te bepalen met welke maatregelen ze die doelen willen realiseren. De boeren blijven dus zelf aan het roer staan. We zien meer in het sturen op doelen in plaats van in opgelegde maatregelen”, aldus Abbing
Brabantse biodiversiteitsmonitor
In Noord-Brabant loopt een vergelijkbaar project: Brabantse Biodiversiteitsmonitor Melkveehouderij (BBM). Ook binnen BBM bepalen melkveehouders zelf hoe ze de vastgestelde doelen bereiken (ook via KPI’s), want het ene bedrijf is het andere niet, vertelt Marjon Krol, projectleider van BBM vanuit de ZLTO. “Het belonen op basis van doelen, prestaties, en niet op basis van maatregelen, is een basisidee van het project.” In februari werd bekend dat de provincie Noord-Brabant 13,5 miljoen euro van het Rijk beschikbaar stelt voor uitbreiding van BBM: het aantal boeren dat mee kan doen is verhoogd van 350 naar 700 in 2024 en de periode van deelname van drie naar vijf jaar. “Zodat boeren een langere periode de gelegenheid hebben om stappen te zetten in verduurzaming van hun bedrijven”, aldus Krol.
Niet erg veel geld
In zowel Drenthe als Noord-Brabant ontvangen boeren maximaal 5.000 euro voor het behalen van duurzaamheidsdoelen. En dat is alleen als er maximaal gescoord wordt op alle doelen. “Dit is natuurlijk niet een bedrag dat voldoende is voor een goed verdienmodel”, zegt Abbing. “We zien het als een stimulans. Zoek het eerst in de dingen die je vrij eenvoudig aan kunt passen op je bedrijf. Welke managementmaatregelen bijvoorbeeld kun je optimaliseren? Maar we merken ook dat boeren meedoen om te kunnen laten zien dat ze duurzaam bezig zijn.”
Ook Krol vindt 5.000 euro niet erg veel geld. “De BBM-beloning financiert extra stappen die boeren zetten op het gebied van duurzaamheid niet volledig. Overigens worden veel boeren met deelname aan BBM beloond voor dingen die ze al deden. De deelname motiveert hen om te kijken waar ze éxtra stappen kunnen zetten, zo hoor ik van boeren terug.”
Met een bepaalde score op BBM konden veehouders ook uitstel krijgen voor het voldoen aan de strengere Brabantse milieueisen voor stallen. Krol: “Een aantal deelnemers heeft daar gebruik van kunnen maken; het lukte niet iedereen.”
Het kunnen stapelen van beloningen voor verduurzaming, in de vorm van geld van de provincie, maar ook van de zuivelfabriek of via de ecoregeling van het GLB, en in de vorm van bijvoorbeeld uitstel voor stalaanpassing, is belangrijk, zeggen Krol en Abbing. “Stapelen is een basisprincipe”, aldus Krol. “De indicatoren voor verduurzaming worden gebruikt door verschillende partijen in verschillende beloningsvormen. Voor de verduurzaming zijn veel middelen nodig. Nu zijn dat nog veel publieke middelen, maar we hopen dat in de toekomst door het stapelen ook meer private middelen beschikbaar komen voor het mogelijk maken van de verduurzamingsslag in de melkveehouderij.”
Kennisbijeenkomsten
In Drenthe zijn kennisbijeenkomsten en excursies voor boeren onderdeel van de beloningsregeling. Abbing: “Aan welke kennis behoefte is, horen we van onze acht gebiedscontactpersonen. Dat zijn melkveehouders die zelf ook deelnemen aan Duurzaam Boeren Drenthe. Andere boeren kunnen bij hen terecht met vragen over het project. De gebiedscontactpersonen geven geen inhoudelijk advies, maar kunnen deelnemers wel doorverwijzen naar bijvoorbeeld studiegroepen of agrarische adviseurs voor informatie of hulp waarmee ze een volgende stap kunnen zetten in verduurzaming van hun bedrijf.”
Houding van de provincie is veranderd
Een van de acht gebiedscontactpersonen is melkveehouder Jappie Riedstra uit Veenhuizen. Hij deed eerder mee aan Duurzame Melkveehouderij Drenthe en nu aan Duurzaam Boeren Drenthe. “De trigger om mee te doen aan deze projecten is dat de provincie de boeren aan het roer laat staan”, vertelt Riedstra. “De provincie stelt wel de doelen, maar vertelt mij niet hoe ik die moet halen. Dat vind ik mooi. Ik kan op mijn eigen manier aan de provincie laten zien dat ik als melkveehouder goed bezig ben. Eerder kregen we te horen wat we moesten en niet mochten. En nu zegt de provincie: we hebben met elkaar deze uitdaging en daar willen we jullie bij helpen. Dat klinkt heel anders. Overigens gaat de provincie moeilijke gesprekken niet uit de weg, en de regelgeving is hier echt niet anders dan in de rest van het land, maar de houding van de provincie richting de boeren is in positieve zin veranderd.”
‘Hoe kan ik die euro’s halen?’
De beloning van maximaal 5.000 euro vindt Riedstra ook belangrijk. “Op bedrijfsniveau is 5.000 euro niet zoveel, maar ik wil het wel graag hebben. Elke euro is er een. En door beloningen van verschillende partijen te stapelen, wordt het steeds aantrekkelijker om meer in te zetten op verduurzaming.”Het belonen werkt ook bij andere melkveehouders, merkt Riedstra als gebiedscontactpersoon. “De meesten die ik spreek zijn daar enthousiast over. Ze zien die euro’s en denken dan: hoe kan ik die halen?”
Hij ziet ook dat veel melkveehouders al verder zijn met verduurzaming dan hij van tevoren had ingeschat. “Als er vijf doelen worden gesteld, hebben de meesten er zo drie te pakken. Dan gaat het om doelen op het gebied van bijvoorbeeld weidegang, eiwit van eigen land en stikstof- en fosfaatbodemoverschot. Maar verduurzamen kan voor een bedrijf ook een zoektocht zijn. Dan is het mooi als de provincie daarbij wil helpen en de boer centraal stelt.”
Als gebiedscontactpersoon helpt Riedstra mee om meer boeren te motiveren voor deelname aan Duurzaam Boeren Drenthe. “Als je niet verduurzaamt, kun je denk ik op den duur geen boer meer zijn. Het is een license to produce.”
Utrecht start met pilot
In navolging van Drenthe en Noord-Brabant gaat ook de provincie Utrecht boeren financieel belonen voor duurzaam ondernemen. De provincie wil eind 2023 een definitieve Utrechtse Monitor Duurzame Melkveehouderij vaststellen. Voor die tijd worden er pilots uitgevoerd. “We willen in onze provincie meer duurzame landbouw, maar dat moet ook samengaan met een verdienmodel voor de boeren”, aldus de Utrechtse gedeputeerde Mirjam Sterk (Natuur en Landbouw). “Dankzij de Utrechtse Monitor Duurzame Melkveehouderij kunnen we er samen met ondernemers, financiers en maatschappelijke organisaties voor zorgen dat duurzaam ondernemen lonend wordt.”
In zowel Drenthe als Noord-Brabant kunnen nieuwe deelnemers zich nog aanmelden.