Het kabinet wil zo snel als mogelijk een houdbare oplossing voor de PAS-melders en zet daarom gelijktijdig in op meerdere sporen om sneller tot die oplossingen te komen. Dat schrijft minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur aan de Tweede Kamer in een reactie op vragen van de VVD.
Wiersma hoopt te komen tot een rekenkundige ondergrens voor stikstofdepositie die juridisch houdbaar is. Zij ziet daarvoor aanknopingspunten in het recent uitgebrachte TNO-onderzoeksrapport dat in opdracht van het Interprovinciaal Overleg werd opgesteld. De minister zal op korte termijn opdracht geven voor een vervolgonderzoek.
Er zijn tot dusver nog maar 7 PAS-melders die een onherroepelijke vergunning hebben verkregen. Daarvan zijn zes vergunningen gebaseerd op stikstofruimte uit het stikstofregistratiesysteem, en is een vergunning verleend op basis van een passende beoordeling zonder stikstofruimte.
De minister wil met de provincies in overleg over een verbrede maatwerkaanpak. Het ministerie trekt daar 226,9 miljoen euro voor uit. Het betreft geld dat al door het kabinet Rutte IV was aangekondigd in de Voorjaarsnota 2024. Het beschikbaar gestelde bedrag is lager dan de 250 miljoen euro die eerder werd genoemd omdat een deel van het budget apart wordt gehouden voor voorziene kosten
Via de steun, die via de provincies wordt verleend, kunnen ondernemers, ondersteund en begeleid worden door een vast contactpersoon vanuit de overheid, in de vorm van zaakbegeleiders. De stikstofruimte die beschikbaar komt, mag door de provincie alleen aan het legaliseren van PAS-meldingen worden uitgegeven. Provincies worden met deze regeling in staat gesteld om maatwerk te leveren binnen de voorwaarden van deze nieuwe regeling.
Voor de besteding van de middelen kan bijvoorbeeld worden gedacht aan technische oplossingen waarmee de betreffende PAS-melders binnen hun bestaande toestemming kunnen blijven en geen aanvullende vergunning meer nodig hebben voor het deel van hun activiteiten waarvoor de PAS-melding was gedaan.
Daarnaast is het mogelijk om de middelen te gebruiken om de PAS-melder financieel te ondersteunen bij het verwerven van stikstofdepositieruimte, omschakeling, de reductie van de ammoniakemissie of verplaatsing van het bedrijf, om op die manier tot een oplossing te komen.
Ook kunnen er door provincies aankopen worden gedaan – met het oog op gehele of gedeeltelijke sluiting – van bedrijven om stikstofruimte te creëren, het aankopen of extensiveren van de gemelde activiteiten, het aankopen van het hele bedrijf van de PAS-melder of het aankopen van grond voor bufferzones en ontwikkelen van bufferzones.
Bron: Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur / AgriHolland