Er wordt veel uitgestort over de veehouderij, nu misschien wel meer dan ooit. De maatschappij bemoeit zich intensief met de sector. Karel de Greef, WUR-onderzoeker op het gebied van fokkerij en genomica duidt het maatschappelijke debat over de houderij en fokkerij van landbouwhuisdieren.
Wat is dierenemancipatie?
“Emancipatie betekent letterlijk ‘verlossen uit slavernij’ of ‘verwerven van gelijke rechten’. Dieren gaan langzamerhand van instrumentele waarde, dus ‘nut’, naar ‘nabijheid’. Is de mens vrij te doen wat hij wil met dieren, is er sprake van rentmeesterschap of gaat het nog een stap verder? De publieke opinie hierover verandert. 40 procent van de Nederlanders vindt inmiddels dat dieren onze gelijken zijn.”
U stelt dat de melkveehouderij in een andere fase verkeert in het maatschappelijke debat en dat de varkens- en pluimveehouderij daarin verder vooruitlopen. Hoe verklaart u dat?
“In 1997 zagen we op televisie beelden van ruimingen vanwege de varkenspest. Door die beelden is de varkenshouderij enorm veranderd. De intensieve veehouderijsectoren waren ongezien. De maatschappij kreeg nu inzicht in de sectoren en schrok van de industriële werkwijze. Met de MKZ liep het echter anders. Als ik foto’s uit die tijd laat zien, barsten mensen die het meemaakten nog steeds in tranen uit, maar toch durf ik de stelling te verdedigen dat de melkveehouderij, in tegenstelling tot de varkenshouderij door de varkenspest, amper is veranderd door MKZ. De melkveehouderij was namelijk al zichtbaar en mensen hadden er een romantisch beeld bij. Daarom brak de discussie niet zo hevig los als bij de varkenspest. De intensieve sectoren werden al veel eerder geconfronteerd met het maatschappelijke debat en moesten ernaar handelen.”
Vinden we een ‘positieve emotionele toestand’ voor dieren, zoals het convenant Dierwaardige Veehouderij omschrijft, over tien jaar normaal?
“Een positieve emotionele toestand betekent eenvoudigweg dat dieren het leven gemiddeld genomen als prettig ervaren. En ja, dat dieren een prettig leven leven, vinden we steeds normaler. De visie op dieren is een diepliggende culturele trend die geleidelijk verandert. Meer of minder bewust gaan we daar allemaal in mee. Eerst betwisten critici zaken die de veehouderij normaal vindt. Dan volgt een proces waarin de supermarkt en de wet onder invloed van maatschappelijke organisaties daadwerkelijk veranderen. Zo ontstaat langzaam een nieuwe normaal. Veehouders bewegen in hun overtuigingen mee met de publieke opinie – alleen op een reëler niveau en qua aanpassingen in een langzamer, haalbaar tempo.”