Maïs wordt traditioneel in monocultuur geteeld, maar steeds vaker wordt gewezen op voordelen van onderzaai van een volggewas of wisselteelt. Een recente studie onderzocht op percelen in de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt hoe het inzaaien van vanggewassen in maïs invloed heeft op totale biomassa van insecten en de verscheidenheid erin.
De onderzoekers wilden weten of de hoeveelheid achterblijvende plantmassa en de energie-inhoud ervan invloed hebben op het aantal en de soorten geleedpotigen in het veld. Hiervoor werd een veldproef opgezet waarbij mais en zes verschillende vanggewasmengsels werden vergeleken met een controleperceel zonder vanggewas. De geleedpotigen werden in 2020 op drie momenten geteld en gecategoriseerd met behulp van bodemvallen. Uit de resultaten van deze proef bleek dat de diversiteit aan geleedpotigen tussen sommige vanggewasvarianten aanzienlijk verschilde. De verschillen konden niet direct worden verklaard door de hoeveelheid achtergebleven biomassa of de energie-inhoud ervan.
Wat wel duidelijk werd in deproeven die plaatsvonden tussen 2014 en 2022, is dat de totale biomassa aan geleedpotigen toenam naarmate er meer plantbiomassa en energie beschikbaar waren. Dit komt overeen met bevindingen in eerdere studies.
Foto: leverancier, Bron: EU CAP Network
