Als zelfstandig adviseur staat Siebren de Ringh bestuurders en managers bij in veranderprocessen. In 2019 begeleidde hij een stikstofdialoog tussen landbouw, bedrijfsleven, overheid en natuur. Hoewel hij bij boeren naast zorgen bereidheid tot verandering zag, weerklonk in de algemene media vooral een lijnrechte tegenstelling tussen landbouw en natuur.
Waarom liep u met een koe door hartje Amsterdam?
Ik wilde dat elke Amsterdammer een koe en een boer in de ogen keek. Door steeds sterkere polarisatie reageren de stad en het platteland gespannen op elkaar. Dat is wat er gebeurt als je elkaar niet in de ogen kijkt en mensen zich alleen via de media laten informeren. De media hebben een hyperfocus op wat fout gaat. Als je elkaar in de ogen kijkt, praat het echt makkelijker.
Wie had u verder bij zich?
De boer, de advocaat en de veearts. De laatste twee bij wijze van ‘overstatement’. Overdreven voorbereid zijn op de vraag of ik wel met een koe in de binnenstad mag komen en of dit voor het welzijn van de koe wel goed is. Een statement tegen het overgejuridiseerd zijn van Nederland, dat overal wetten en regels voor heeft. Alleen voor zijn mest heeft een boer met vijftig regels te maken. Absurd toch? En nog is er een stikstofprobleem. Waren honderd regels wel genoeg geweest om dat te voorkomen? Als je geen regels hebt gaat er van alles fout, als je veel regels hebt gaat ook veel fout. Vertrouwen in welwillendheid van de mens is er maar weinig, maar zou er moeten zijn. In de basis wil elke boer goed zijn voor het vee en de bodem. De voorbereidingen van deze actie kostten anderhalf jaar. Boeren, veeartsen en advocaten, ik heb er legio gesproken, verbinden zich niet snel aan zo’n initiatief. Ze vinden het mooi, maar vrezen kritiek en reputatieschade. Zover zijn we al. Boeren zijn bang om iets verkeerd te doen. Daardoor ontstaat het risico dat ze in hun schulp kruipen, niet meer laten zien wat ze doen, het initiatief uit handen geven en hun punt niet meer maken.
Hoe was uw ervaring in Amsterdam?
Geweldig. Rondvaartboten gingen stil liggen, mensen vormden met hun handen een hart tegen het raam. Wat we wilden was een verhaal maken, met foto’s en film erbij. Heel veel voorbijgangers wilden met de koe op de foto. De stad heeft ons heel vriendelijk ontvangen.
En nu?
Ik wil het liefst elke Nederlander beïnvloeden, en dan moet je beginnen bij een klein publiek. Dat hebben we gedaan. Ik hoop dat de boeren die van de actie horen glimlachen. Ze hebben zoveel chagrijn over zich heen gehad. Nu komt er een expositie in het Fries Landbouwmuseum en ik heb een oproep gedaan voor een locatie voor een pop-upgallery in Amsterdam.