In welke mate mycotoxinen schade opleveren aan met name varkens- en pluimveebedrijven is nog altijd de vraag. Dat de Europese veiligheidsmarges een schijnzekerheid bieden is inmiddels wel bewezen. Dat was een van de conclusies op het internationale symposium Mycotoxinen en Darmgezondheid van Panagro in Eindhoven.
Vorig jaar riep Piet van der Aar, directeur van Schothorst Feed Research, de voerindustrie al op om hogere veiligheidsnormen te hanteren voor voeders voor de varkens- en pluimveehouderij. Van der Aar gaf toe de impact van deze gifstoffen op varkens en pluimvee te hebben onderschat. De oproep werd vorige maand herhaald door hoogleraar Siska Croubels van het departement Pharmacologie, toxicologie en biochemie van de faculteit Diergeneeskunde in Gent. “Voor een enkelvoudige mycotoxine kloppen de Europese veiligheidsmarges wel, maar in voeders wordt zelden slechts één mycotoxine aangetroffen. “Wij vonden in ruim 60 procent van de voer- en grondstofmonsters mycotoxinen. In de meeste besmette monsters zat een hele cocktail van mycotoxinen van soms wel 70 soorten.” In het gros van de monsters vond Croubels tussen 15 en 30 verschillende soorten.
Hoge doses mycotoxines worden zelden gezien en vrijwel nergens worden de Europese limieten van individuele mycotoxines overschreden. Croubels: “Wij zagen dat verschillende soorten elkaars werking versterken.” Met name de barrièrefunctie van de darmen wordt aangetast. “Er was een duidelijk effect te zien op de villuslengte (worden korter) in de darmen bij zowel vleeskuikens als varkens.” Tijdens het symposium bleek ook de interactie tussen mycotoxines en darmpathogenen, bacteriële aandoeningen en virale aandoeningen. Mycotoxines kunnen ook een gunstig effect hebben door de kwalijke bacterie te bestrijden. Welk effect welke combinatie van mycotoxines precies hebben op het dier en op de ziekteverwekker is echter schier onvoorspelbaar. Het is één grote blackbox.