Vanaf het moment van inkuilen tot en met het voerhek van het vee kan tot 26 procent van de voederwaarde van gras en maïs verloren gaan (WUR, Handboek Melkveehouderij, 2012). MBS Beton ontwikkelde de Broeibreker, een dienst om veehouders te helpen mogelijke voederwaardeverliezen in de sleufsilo te beperken. Met behulp van een warmtecamera wordt de oppervlaktetemperatuur van een geopende kuil vastgelegd. Op basis van het verkregen warmtebeeld en aanvullende gegevens kan MBS Beton het mogelijke voederwaardeverlies als gevolg van warmteontwikkeling in euro’s uitrekenen.
Voederwaardeverlies is het gevolg van broei. Broei is warmte die ontstaat door de zuurstofrijke omzetting van energie in CO2, water en warmte. Het is te herkennen aan een temperatuurverhoging van het snijvlak van de kuil. Het te lang open liggen van het snijvlak is een mogelijke reden voor het ontstaan van broei. Broei kan herkent worden door middel van het gebruik van een warmtecamera. Een warmtebeeld biedt informatie over de manier waarop ingekuild is en het verloop van het conserveringsproces.
De Broeibreker vertaalt het warmtebeeld in combinatie met aanvullende gegevens zoals de grootte van de kuil in verlies van voederwaarde in euro’s. Op die manier wordt de veehouder een spiegel voorgehouden en worden hem aanknopingspunten geboden om het verlies van voederwaarde te beperken. Een mogelijke oplossing is het aanpassen van de manier van uitkuilen. MBS Beton zet de Broeibreker in bij klanten die een sleufsilo aanschaffen.