De varkensvleessector met slechts een grote speler (Vion) ontbeert een gezonde marktsituatie. “In het varkensvlees heb je te weinig concurrentie. Je hebt minimaal twee sterke spelers nodig voor een economisch krachtige bedrijfstak. Wanneer één onderneming de markt domineert, krijg je eigenlijk altijd een verslechtering van de concurrentiepositie.” Dat zegt Hein Vrolijk, econoom aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Naast voldoende concurrentie is het kritische vermogen van de thuismarkt sterk bepalend voor de economische groei van een bedrijf, aldus Vrolijk. Vrolijk deed onderzoek naar de economische kracht van enkele agrarische sectoren, waaronder de vlees- en voersector.
Product met ‘meerwaarde’ eist kritische thuismarkt
Het lukt de Nederlandse vleessector nauwelijks om producten met ‘meerwaarde’ vermarkt te krijgen. De reden dat de Duitse vleesverwerker Tönnies Fleischwerk wel slaagt in het vermarkten van producten met toegevoegde waarde komt doordat het bedrijf scherp wordt gehouden door de kritische thuismarkt. Duitse consumenten vinden een hoge kwaliteit enorm belangrijk. Dit in tegenstelling tot de Nederlandse consument. Een Nederlander geeft relatief weinig om kwaliteit, meer om prijs. Vrolijk: “Ik geloof er niet in dat mondiale concurrentie je koers bepaalt, zoals vaak wordt gezegd. Ik concludeer dat de koers van een bedrijf vooral wordt bepaald door wat de thuismarkt, je kennissen, vrienden en familie belangrijk vinden, dat is doorslaggevend. Trek bijvoorbeeld eens de vergelijking met de mosselsector in Zeeland. De Zeeuwse mosselteelt floreert, en waarom? Er zijn twee grote spelers op de markt die elkaar scherp houden doordat ze elkaar voortdurend tegenkomen. Bovendien, de oorspronkelijke afzetmarkt bevindt zich ook dichtbij, in Antwerpen. Dat is de thuismarkt van kritische lekkerbekken die willen betalen voor een mooie kwaliteit mosselen.”
Het artikel ‘Vleessector mist inzicht in wereldmarkt’ wordt gepubliceerd in V-focus augustus 2014.