Voerfabrikanten, accountantsorganisaties en dierenartsenpraktijken functioneren steeds vaker als bank voor hun klanten. Doordat veehouders minder gemakkelijk extra krediet krijgen van hun ‘echte’ bank, verschuift de invulling van de liquiditeitsbehoefte naar de crediteuren, merken advies- en toeleverende bedrijven. Zij ervaren dat de rekeningen langer open blijven staan dan voorheen en soms helemaal niet worden betaald.
In de landbouwsector verlenen adviesbedrijven relatief snel kredieten aan hun boeren, ervaren advocaten van RWV. Het advocatenkantoor staat ondernemingen bij, waarvan klanten in financiële problemen zijn geraakt. Veevoerbedrijven spannen daarbij de kroon en laten de betalingsachterstanden het hoogste oplopen, met name bij klanten met een intensief veebedrijf zijn betalingsachterstanden van 50.000 tot 100.000 euro geen uitzondering. Agrarische adviseurs laten hun veehouders niet snel in de steek, ervaren de RWV-advocaten. De in de jaren opgebouwde vertrouwensrelaties zijn sterk en worden gekoesterd, in voor- en tegenspoed.
Bank houdt hand op knip
Volgens LTO-woordvoerder Maarten Leseman zit een ‘stevige groep’ varkenshouders momenteel krap bij kas. De melkveehouderij staat er beter voor, al staat ook hier de liquiditeit onder druk. “Het piept wel, maar van kraken is nog niet echt sprake”, aldus Leseman. Nu banken de ruimte voor bijfinanciering binnen ondernemingsplannen drastisch hebben ingeperkt, is de rekening noodwillig terecht gekomen bij met name de veevoerindustrie. Volgens branchevereniging Nevedi is dat een ongewenste ontwikkeling. “Ook bij veevoerbedrijven zijn de marges klein. Voor een voerleverancier is het rampzalig als tien procent van de klanten betalingsmoeilijkheden heeft.”
Het omslagartikel ‘Adviseur steeds vaker bankier’ is te lezen in V-focus (verschijnt 20 maart).
(Foto: Twan Wiermans)