Natuurlijk hanteert de overheid geen zwarte lijst voor lastige journalisten. Het ministerie van Defensie wijst het bestaan van zo’n lijst dan ook resoluut van de hand. Maar de redactie van EenVandaag weet zeker dat die zwarte lijst bestaat en claimt zelfs een plek op die lijst. Terecht, want welke journalist wil er nu niet op zo’n lijst staan? Elke journalist wil graag worden gezien als kritisch en lastig, en niet als softe braverik die de reclameboodschappen doorkopieert naar de kolommen. Het verhaal van EenVandaag komt me bekend voor.
Enige tijd geleden interviewde ik een vooraanstaande ambtenaar op het ministerie van Economische Zaken en maakten we vooraf afspraken over de werkwijze. Tijdens het interview verontschuldigde de ambtenaar zich omdat hij onze afspraken niet kon nakomen; hij had pas vlak voor het interview vernomen dat ik op de lijst stond van journalisten waarvoor een ‘speciale behandeling’ geldt. En die ‘speciale behandeling’ betrof in dit geval geen extra koekje bij de koffie, maar een verscherpt toezicht. Natuurlijk was hij nieuwsgierig naar wat ik gedáán had, want je komt niet zomaar op die lijst. En dat vond ik zelf ook wel een intrigerende vraag, want ik had geen idee van het bestaan van zo’n zwarte lijst. Maar wel enig idee van wat ik in het verleden heb uitgespookt, wat onwelgevallig zou kunnen zijn geweest. Zo heb ik eens de uiterst strenge toegangscontrole aan de ministeriële poort weten te omzeilen en me zonder in te checken toegang verschaft tot het pand. Dat is een hele kunst hoor om dat voor elkaar te krijgen. Maar het is me gelukt!
En ik heb ook wel eens een artikel geschreven dat de overheid niet gepubliceerd had willen hebben. Over een ambtenaar bijvoorbeeld die steekpenningen had aangenomen in ruil voor het gunstig uitschrijven van de nieuwe regelgeving. Daarbij was het zeer de vraag hoe ik aan die door de overheid zwaar bewaakte informatie was gekomen. En er waren in de tijd nog een paar artikelen geweest die commotie hadden gegeven.
Hoewel ik buitengewoon in mijn nopjes was met mijn vermelding op de lijst – zo’n mooi compliment krijg je zelden – toch maar eens geïnformeerd bij mijn journalistenvereniging NVJ naar de status van die lijst. De NVJ kon het bestaan ervan niet bevestigen, noch ontkennen. En uiteraard ook navraag gedaan bij het ministerie zelf. Zo’n groot compliment wil je natuurlijk graag zwart op wit hebben. Maar het ministerie wist helaas helemaal van niets, ontkende het bestaan van de lijst stellig en zei volledig in het duister te tasten.
En dat is toch jammer. De overheid zou er goed aan doen de zwarte lijst openbaar te maken. Dat zou de kwaliteit van de journalistiek wel eens ten goede kunnen komen.