Dierenartsen en voeradviseurs zouden zich niet alleen moeten richten op het voorkómen van een negatieve energiebalans na afkalven, maar ook op een negatieve eiwitbalans. Dat zegt Saskia van der Drift, dierenarts en onderzoeker bij de Gezondheidsdienst voor Dieren, op de studiedag ‘The Vital 90 Days’ van Elanco Animal Health.
In de droogstand ligt de focus vrij eenzijdig op het voorkómen van een negatieve energiebalans. Een negatieve energiebalans ontstaat na afkalven door een snelle stijging van de melkproductie die niet volledig gecompenseerd wordt door de voeropname.
Negatieve eiwitbalans
Een negatieve eiwitbalans ontstaat meestal al veel eerder, in de laatste drie tot twee weken van de droogstand. Het idee dat koeien eerst hun vetreserves zullen aanspreken bij voedingstekorten, en daarna pas de eiwitreserves (spieren) klopt dus niet. Koeien die aan het einde van de droogstand kampen met een negatieve eiwitbalans, zijn al veel reserves kwijt bij afkalven en er zijn aanwijzingen dat zij daardoor gevoeliger zijn voor allerlei aandoeningen die na afkalven kunnen optreden. Het gaat dan om aandoeningen als: baarmoederontsteking, ophouden nageboorte, uierontsteking.
Een negatieve eiwitbalans komt meestal voort uit een te krap eiwitaanbod in het droogstandsrantsoen. Het lichaam compenseert het tekort door eiwitten vrij te maken uit spierweefsel.
Het artikel ‘Negatieve eiwitbalans in droogstand onderschat’ is vanaf eind deze week te lezen in V-focus.