Door Jaap C. Hanekamp, 17 mei 2016
We hebben de afgelopen maanden een radiostilte ingebouwd. Er was (en is nog steeds) veel werk aan de winkel. Allereerst wat betreft de ‘gemankeerde’ data uit Wageningen. Gemankeerd omdat we niet de data hebben ontvangen die we wilden om de vergelijking te kunnen maken tussen de verschillende manieren van bemesten. Nogmaals (ongetwijfeld ad nauseam voor sommige personen):
‘Wat wij willen met de brondata en de rekenmodellen is het volgende: in essentie het reproduceren van de tabel zoals gevonden in de recente 2015-publicatie van onderzoekers van Wageningen UR in Soil Use and Management (doi: 10.1111/sum.12201)’:
Helaas. Alle data die ten grondslag liggen aan deze belangrijke tabel zijn niet meer. Opmerkelijk is dat het 2009-artikel waarnaar wordt verwezen het volgende stelt: ‘The Dutch data of experiments on grassland from 1989 – 1993 and on arable land from 1990 – 1998 are reported by Huijsmans et al (2001) and Huijsmans et al (2003). Additional measurements were made on grassland from 1995- 2003. The total number of observations was 199 on grassland and 58 on arable land, relating to various application techniques ….’
Dus er zijn maar liefst 257 datasets die in deze tabel zijn vervat maar de spreekwoordelijke papierversnipperaar niet hebben overleefd, maar in 2009 nog wel beschikbaar waren zoals vermeld op een paar pagina’s verderop: ‘The emission factors, defined as the average total emission per method in% of TAN applied with the manure, based on all available data (Tables 1 and 2) are presented in Table 7, including the ranges in total emission per method.’
Fascinerend. Maar de data die we wel hebben ontvangen, samen met de wijze van bewerking, hebben we met een Amerikaanse collega, die gespecialiseerd is in de wiskunde van de statistiek en afgestudeerd is in de atmosferische fysica, grondig onderzocht. En de resultaten zijn op z’n zachts gezegd opmerkelijk. Daar kunnen we helaas nog niet op in gaan, maar het is meer dan publicabel en geeft inzicht op welke wijze er met datasets wordt omgegaan binnen dit veld.
Daarnaast hebben we het RIVM verzocht om de twee grote datasets met ammoniakconcentraties in de atmosfeer: het Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden (MAN) en het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). Deze hebben we zonder omhaal in zijn volledigheid gekregen. Niets dan lof voor de mensen bij het RIVM die dat mogelijk hebben gemaakt. En op elke vraag die we hebben, wordt helder antwoord gegeven. Chapeau. Deze datasets zijn we nu aan het bewerken, dus ook hier willen we nog geen uitspraken doen, en kunnen dat op dit moment ook nog niet.
Wat we wel kunnen zeggen? We hebben nu al genoeg materiaal voor jaren werk waarin we een aantal harde noten kunnen en moeten kraken over het ammoniakonderzoek in Nederland. Natuurlijk hebben we geen jaren tijd; uiteindelijk willen we op verschillende niveaus laten zien hoe de vork in de steel zit, iets wat nog niet eerder gedaan is. (Ook niet door de recente review commissie onder leiding van Mark Sutton trouwens.)
Ammoniakreview