Dat Nederland met andere ammoniakmaten meet dan Duitsland, komt duidelijk tot uiting in onze grensregio’s. We nemen als voorbeeld de grensregio Dinkelland (Overijssel). Volgens het Nederlandse RIVM dat de ammoniakhoeveelheid aan de Nederlandse kant van de grens vaststelt, zit er hier veel ammoniak in de lucht. De achtergronddepositie wordt vastgesteld op 1.600 mol per hectare per jaar. Volgens Nederlandse begrippen is dit behoorlijk hoog. Zo hoog, dat veehouders hier vaak geen toestemming krijgen hun bedrijf uit te breiden.
Honderd meter lopen, en we staan in Duitsland. Het Duitse Umweltbundesambt is hier verantwoordelijk voor het vaststellen van de ammoniakconcentratie in de lucht. De Duitsers komen uit op een achtergronddepositie van 3.000 mol. Dit is bijna twee keer zoveel als Nederland meet in hetzelfde gebied. Volgens de Duitse autoriteiten vormt deze hoeveelheid ammoniak echter geen belemmering voor bedrijfsuitbreiding. Aan de Duitse kant van de grens wordt dan ook volop gebouwd.
Het RIVM schrijft het verschil tussen de Nederlandse en Duitse waarde (1.600 resp. 3.000) toe aan de gebruikte berekeningsmethode. Onderzoeksinsituut TNO bevestigt dat de gehanteerde berekeningsmethode veel invloed heeft op de uitkomsten. Volgens zowel het RIVM als TNO zijn ammoniakmetingen zeer kostbaar, vandaar dat die beperkt worden ingezet en dat er aan de ammoniak vooral gerekend wordt. En ieder rekenmodel geeft andere uitkomsten.
Artikel verscheen in V-focus 2012.
Onderzoek en Beleid