Meino Smit is akkerbouwer en boert biologisch in het Noord-Drentse Paterswolde. Afgelopen september promoveerde hij aan Wageningen Universiteit op zijn proefschrift getiteld ‘De duurzaamheid van de Nederlandse landbouw in 1950, 2015 en 2040’. Voor Smit betekent duurzaam: het produceren van goederen en diensten met zo weinig mogelijk energie, grondstoffen en landgebruik en het veroorzaken van zo weinig mogelijk negatieve effecten op de omgeving. In zijn berekeningen neemt hij deze definitie als maatstaf.
Fossiele brandstoffen grootste obstakel
De landbouw is in de loop van de tijd steeds meer hulpmiddelen gaan gebruiken. Veruit de omvangrijkste last voor het milieu vormt het gebruik van fossiele brandstoffen. Dat geldt overigens niet alleen voor de land- en tuinbouw, maar voor de hele maatschappij.
De land- en tuinbouw is goed voor zo’n 4 tot 6 procent van het gebruik van fossiele brandstoffen in Nederland. Dan gaat het over het directe gebruik, over de diesel die direct de trekker in gaat en over de verwarming van stallen.
Hoe het energieverbruik duurzamer kan? Smit: “Door die fossiele brandstoffen niet meer te gebruiken. Dit kan door zuiniger om te gaan met energie of de machine te vervangen door menselijke arbeid.”
Klimaatneutraal bestaat niet
In Nederland wordt ingezet op energiebronnen als windmolens en zonne-energie om het land ‘klimaatneutraal’ te maken. “Mensen worden hier voor de gek gehouden”, stelt Meino Smit resoluut. “Het is volstrekt onhaalbaar om in het huidige energieverbruik met dit soort bronnen te voorzien.
Meino Smit gaat in het omslagartikel in V-focus uitgebreid in op kringlooplandbouw. Hij constateert dat de kringloopdoelen nog ver weg zijn.