De druk op het beschikbare water in droge periodes neemt toe. De toenemende watervraag zal tot gevolg hebben dat steeds vaker keuzes moeten worden gemaakt tussen de verschillende belangen. Hierdoor zal sturing van ruimtegebruiksfuncties en doelen een steeds belangrijkere rol gaan spelen.
Het laatste decennium is klimaatverandering in toenemende mate in het nieuws. Hierbij worden de te verwachte veranderingen op basis van klimaatmodellen voorspeld. Voor het meteorologische meetstation De Bilt zijn langjarige meetreeksen van bijvoorbeeld de neerslag beschikbaar. Indien voor verdroging het klimaat als uitgangspunt wordt genomen, kan worden gekeken naar de veranderingen in de neerslag. Gedurende de afgelopen anderhalve eeuw blijkt de jaargemiddelde neerslaghoeveelheid geleidelijk te zijn toegenomen van circa 700 naar 800 mm/jaar. Naast de neerslaghoeveelheid gedurende het groeiseizoen is natuurlijk de verdamping van belang. Het in beeld brengen van de actuele verdamping over de afgelopen anderhalve eeuw is niet eenvoudig. Het is gezien de toegenomen gewasproductie en bebossing wel aannemelijk dat de verdamping in het groeiseizoen in de loop der tijd is toegenomen. Deze toename van de verdamping is zeer waarschijnlijk groter dan de geringe toename van de neerslag tijdens het groeiseizoen. Hierdoor is er voor het groeiseizoen sprake van verdroging in de vorm van een toename van het neerslagtekort.
Nieuwe natuur gevoeliger voor droogte
Na de oorlog was er logischerwijs voornamelijk aandacht voor de wederopbouw en voedselproductie. De resterende ongebruikte woeste gronden werden zo veel mogelijk in cultuur gebracht. De gebieden die men indertijd niet in cultuur heeft gebracht waren minder geschikt, waardoor deze overbleven als natuurgebied.
Vooral in het zandgebied van Nederland komen van oudsher natuurgebieden voor op locaties met bijzondere of afwijkende geologische, hydrologische of bodemkundige omstandigheden, waardoor natuurgebieden in het zandgebied veelal gekenmerkt worden door een grote variatie in bodemgesteldheid op korte afstand. Hierdoor was het minder interessant deze gebieden in landbouwkundig gebruik te nemen.
De meest waardevolle natuurgebieden komen voor op locaties waar op korte afstand veel variatie in fysische omstandigheden voorkomen. Deze variatie op korte afstand in bijvoorbeeld bodemkundige omstandigheden, helling en hoogteligging geven plantgemeenschappen de mogelijkheid om uit te wijken naar andere locaties indien de weersgesteldheid hiertoe aanleiding geeft. Hierdoor is een natuurgebied veerkrachtiger, hetgeen de robuustheid ten goede komt. Nieuwe natuurgebieden hebben vaak minder variatie in deze natuurlijke fysische omstandigheden. Sloten worden gedempt en de toplaag wordt vaak afgegraven. Hierdoor ontstaan natte natuurgebieden met in het voorjaar een groot areaal aan open water. De verdamping en hiermee samenhangende watervraag neemt hierdoor alleen maar toe. In deze gebieden is de ruimtelijke variatie vaak klein en de impact van langdurige droogte vaak groter.
Lees het artikel van Jaco van der Gaast van Atlaterra over de keuzes die gemaakt moeten worden in tijden van droogte in V-focus oktober 2019.