De landbouw heeft zich altijd moeten aangepassen aan strengere milieumaatregelen en dat zal in de toekomst niet anders zijn. Het lijkt ook nu onvermijdelijk dat de landbouw een groot deel van het stikstofemissieprobleem moet oplossen.
Ik hou van de landbouw, al is soms moeilijk uit te leggen waarom. In elke discussie over de toekomst van de landbouw of de voedselvoorziening probeer ik argumenten te vinden voor de stelling dat enkel plantaardig voedsel niet de toekomst is. Ik heb er flink de balen van als mijn argumenten niet sterk genoeg blijken. Een omgeving zonder landbouw en vooral een omgeving zonder stallen en vee is mijn schrikbeeld. En ik vind een halvering van de veestapel beangstigend. Alle alternatieven zijn beter: een landbouw zonder drijfmest, zonder kunstmest, zonder antibiotica, biologische of biologisch-dynamische landbouw. Ik realiseer me dat dit een emotionele opsomming is. Rationeel is het geen optie – en zeker niet voor alle veehouders.
In zijn advies over de stikstofproblematiek ‘Niet alles kan overal’ stelt Remkes dat de voorgenomen maatregelen van minister Schouten onvoldoende perspectief bieden voor de lange termijn. Remkes noemt Schoutens maatregelen – waarover we als sector al niet zo vrolijk waren – in principe halve maatregelen. Hij stelt dat de stikstofemissie in 2030 moet zijn gehalveerd (en daarna waarschijnlijk nog wat verder moet worden teruggedrongen). Doen we dat niet, dan is natuurherstel in de woorden van Remkes ongeloofwaardig en zal de vergunningverlening opnieuw spaak lopen. Dan begint het circus opnieuw.
Als de sector de stikstofemissie heeft aangepakt, is de uitstoot van broeikasgassen de volgende uitdaging. Ammoniak en fosfaat zijn nog maar het begin.
We kunnen foeteren op het eiwitplan van Schouten en ook op het advies van Remkes. Maar laten we vooruitkijken: we hebben niks aan nog een stikstofimpasse of aan een weg die dood blijkt te lopen. Misschien ligt het adviesrapport zelfs al onderop de stapel van Schouten. De sector moet het uiteindelijke maatregelenpakket kritisch beoordelen en daarbij ver vooruit kijken. Alleen dan kun je als sector zijn voorbereid op een tweede stikstofimpasse.