De oplossingen voor de stikstofcrisis liggen voor het grijpen. Enkele natuurgebieden schrappen, de kritische depositiewaarden iets verhogen óf de stikstofdepositie meten met methoden die andere Europese lidstaten ook gebruiken. Toch worden ze niet gepakt. Kan het niet of wil de overheid het niet?
Door Jelle Feenstra, gepubliceerd in vakblad V-focus.
De inhoud van de Schouten-oplossing die op dinsdag 13 oktober gepresenteerd werd, wordt door vriend en vijand als teleurstellend ervaren. Omdat het ontbreekt aan echte oplossingen. De minister stuurde een hele bak met documenten naar de Tweede Kamer. Al die stukken herbergen weinig oplossingen, ze gaan vooral over het wettelijk verankeren van de plannen die Schouten in mei al naar de Tweede Kamer stuurde. Dus wettelijk vastleggen dat de natuur herstelt en de uitstoot en neerslag van stikstof dalen, dit alles mét resultaatverplichting. In 2030 moet in 50 procent van de 161 Natura 2000-gebieden de kritische depositiewaarden gehaald zijn, dit komt erop neer dat de landbouw de stikstofuitstoot met 26 procent moet reduceren in de komende tien jaar. Dat moet gebeuren met een miljardenpakket aan maatregelen. In totaal gaat er tot 2030 3 miljard euro naar natuurherstel en is 2 miljard euro bedoeld om de stikstofuitstoot van landbouw, verkeer, bouw en industrie te verminderen. Daar komt nog eens 1 miljard euro bij om mogelijk te maken dat de bouw een gedeeltelijke vrijstelling krijgt van de natuurvergunningsplicht.
Schrappen natuurgebieden
De vraag rijst waarom de oplossing wordt gezocht in een miljardenpakket dat het stikstofprobleem maar ten dele oplost. Waarom niet kiezen voor ‘anders kijken’ naar het probleem, bijvoorbeeld door het schrappen van enkele ‘minder rendabele’ natuurgebieden?
Het complete artikel is gepubliceerd in vakblad V-focus.